Samenvatting
- Sinds de ontdekking van het HFE-gen van hereditaire hemochromatose in 1996 zijn diverse nieuwe gendefecten geïdentificeerd, waarmee oorzaak en verschillen in klinische expressie van deze aandoening ten dele verklaard kunnen worden.
- Tot nu toe zijn 5 hoofdvormen van hereditaire hemochromatose bekend. Alle genen die een rol spelen bij hereditaire hemochromatose coderen voor eiwitten die betrokken zijn bij metabole routes gecentreerd rondom de synthese van hepcidine in de lever.
- Hepcidine is een klein eiwit dat de activiteit van het ijzerexporterende eiwit ferroportine in de basolaterale membraan van duodenale cellen en de celmembraan van macrofagen reguleert en daarmee de plasma-ijzerconcentratie beïnvloedt.
- De plasmahepcidineconcentratie is verhoogd bij een grote ijzervoorraad in het lichaam en bij inflammatoire stimuli en is verlaagd bij toegenomen erytropoëse, hypoxie en de meeste vormen van hereditaire hemochromatose.
- Het is gewenst om hereditaire hemochromatose te diagnosticeren voordat zich irreversibele weefselschade heeft ontwikkeld, terwijl een voortschrijdende ijzerstapeling onderscheiden moet worden van toenemend prevalente aandoeningen met een verhoogde serumferritineconcentratie, zoals het metabool syndroom.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1121-7
Reacties