Hepatitis B, prevalentie en resultaten van preventieve maatregelen in dialysecentra

– In the past hepatitis B was a serious complication in patients undergoing chronic intermittent haemodialysis. The medical staff also was at risk. Introduction of some hygienic measures, fewer HBsAg negative blood transfusions and the possibility of separate treatment of HBsAg negative and HBsAg positive patients have reduced the frequency of this problem. Further reduction was obtained by vaccination. In all, the results are for HBsAg positive patients a decrease from 23 (1974) to 1.8) (1985) with an increase of anti-HBs from 8.8 (1978) to 32.2 (1985) while the medical staff went from 1 (1978) to 0 (1985) and from 9.6 (1978) to 50 (1985), respectively.

As known from the literature the two vaccines used (MSD vaccine, prepared by Merck, Sharp & Dohme, West Point, Pasadena, and CLB-vaccine, prepared by the Central Laboratory of the Netherlands Red Cross Blood Transfusion Service in Amsterdam) gave a good immune response for the medical staff (85-95). The immune response after vaccination is less go in dialysis patients (60-64).

In the future this problem can perhaps be solved by booster injections, higher dosages or more immunogenic vaccines (2nd generation vaccines).

Samenvatting

In de beginjaren hebben vele dialysecentra in Nederland met hepatitis B te kampen gehad. Thans speelt deze infectieziekte geen rol meer van betekenis als complicatie van de dialysebehandeling, maar waakzaamheid blijft geboden. Het is verstandig (toekomstige) dialysepatiënten bijtijds te vaccineren. Bepaling van de antistoftiter is van belang, want een dalende titer zou maatregelen kunnen rechtvaardigen zoals toediening van een boosterinjectie of zelfs verhoging van de dosering van de thans ter beschikking staande vaccins. Naar verwachting zullen toekomstige hepatitisvaccins meer immunogeen zijn, zodat bij dialysepatiënten eenzelfde antistofrespons gewaarborgd is als bij andere patiënten met de huidige vaccins verkregen wordt.