Samenvatting
Na een zwangerschapsduur van 31 weken en 4 dagen werd een bleke en gering oedemateuze baby geboren, met een lage hemoglobineconcentratie (4,2 mmoll), te veel normoblasten en hyperbilirubinemie, wijzend op een bloedgroepantagonisme. Dit antagonisme bleek een anti-U-antagonisme te zijn, een zeldzame vorm van hemolytische ziekte bij de pasgeborene. Bij de moeder waren eerder anti-U-antistoffen aangetoond, na enkele erytrocyten-transfusies. Van haar was autoloog bloed ingevroren, omdat het moeilijk is een U-negatieve donor te vinden. Eén van deze eenheden werd gebruikt voor het uitvoeren van een wisseltransfusie bij de baby, die daarop goed herstelde.
Deze casus onderstreept de eerder bepleite noodzaak van het screenen op irregulaire antistoffen bij zwangeren. Aanbevolen wordt de gegevens omtrent patiënten met anti-erytrocyten-antistoffen centraal te registreren.
Reacties