Samenvatting
Doel
Bepalen van effectiviteit en tolerantie van granulocyt-macrofaag kolonie-stimulerende factor (GM-CSF) in tevoren niet behandelde patiënten met ovariumcarcinoom die behandeld werden met chemotherapie.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Groningen.
Opzet
Prospectief.
Patiënten en methoden
Dubbelblind, gerandomiseerd met placebo gecontroleerd onderzoek met recombinant geglycosyleerd GM-CSF (1,5, 3 of 6 µgkgdag) bij 15 patiënten met ovariumcarcinoom in stadium III-IV. Chemotherapeutische behandeling bestond uit 6 poliklinische kuren met carboplatine (300 mgm²) en cyclofosfamide (750 mgm²) éénmaal in de 4 weken gegeven. GM-CSF of placebo werd dag 6-12 van elke kuur subcutaan toegediend. Van elke dosering kregen 3 patiënten GM-CSF en 2 placebo.
Resultaten
Het aantal leukocyten (dag 7, 10 en 15), neutrofielen (dag 7 en 10), eosinofielen (dag 10 en 15) en monocyten (dag 15) was in de GM-CSF-groep bij alle 3 doseringen groter dan in de controlegroep. Het aantal trombocyten was verhoogd bij de 3 en 6 µgkg dosis (dag 15 en 22). Een neutrofielenaantal < 0,5 x 109l ontstond bij 2022 cycli van de controlegroep en bij 517 cycli van de 6 µgkg-dosis (p < 0,0005). Lokale infiltraten op de injectieplaats van GM-CSF werden gezien bij 8 patiënten, resulterend in het staken van de GM-CSF-behandeling bij 2 patiënten. Dosisreductie of uitstel van chemotherapie wegens myelotoxiciteit was nodig bij 928 cycli van de controlegroep en bij 544 cycli van de GM-CSF-groep (verschil niet significant).
Conclusie
GM-CSF in een dosis van 3 en 6 µgkgdag reduceert neutropenie en trombopenie na behandeling met carboplatine-cyclofosfamide, hetgeen in de toekomst kan leiden tot een meer effectieve behandeling van het ovariumcarcinoom.
Reacties