artikel
De discussie over het nut van het dragen van mondmaskers houdt momenteel de hele medische wereld in zijn greep. Een recent in Nature Medicine (2020; online 3 april) gepubliceerde studie concludeert zoals te verwachten dat mensen die een chirurgisch masker dragen minder respiratoire virussen strooien, maar het blijft onzeker wat hiervan de klinische betekenis is.
In de periode maart 2013-mei 2016 lieten onderzoekers in Hong Kong 246 mensen met symptomen van een virale luchtweginfectie een half uur met of zonder chirurgisch mondmasker ademen in de opvangtrechter van een machine die bioaerosolen opvangt. Bij 50% vonden ze met PCR viraal materiaal in de uitgeademde lucht, in de meeste gevallen van influenza- en rinovirusstammen. Dat 17 deelnemers 1 van de in 2013 bekende coronavirussen strooiden, hielp waarschijnlijk om deze studie nu gepubliceerd te krijgen, al is het de vraag in hoeverre de resultaten naar SARS-CoV-2 kunnen worden vertaald.
Onder de 43 mensen met influenza ving het apparaat bij 6 van de 23 ongemaskerde personen virushoudende druppeltjes van groter dan 5 micrometer, bij gemaskerden was dat 1 op de 27. Voor rinovirussen maakten maskers geen verschil. Bij de met coronavirussen geïnfecteerden leken chirurgische maskers zowel het vrijkomen van virushoudende druppeltjes als virushoudende aerosolen van kleiner dan 5 micrometer te verminderen, maar dit ging om respectievelijk 3 en 4 testpersonen bij wie de machine RNA wist te vangen.
Het lijkt logisch dat als mensen met een respiratoire virusinfectie een of andere luchtfilter dragen, het aantal in de lucht gebrachte virusdeeltjes vermindert. De grote vraag is tijdens de huidige pandemie natuurlijk of het dragen van maskers ook tot een epidemiologisch zinvolle reductie leidt en zo ja, welke soort filters de beste balans geven tussen het gewenste effect en de haalbaarheid van de maatregel met het oog op naleving en de beschikbaarheid van maskers. Het lijkt in ieder geval niet raadzaam om dit mondiale vraagstuk te beslechten op basis van 7 datapunten uit een studie die 4 jaar na afronding ineens is gepubliceerd.
Reacties