Inleiding
Eeuwenlang waren het toedienen van digitalis en het ‘ontwateren’ van de patiënt, te zamen met een zoutloos dieet, de hoekstenen van de behandeling van decompensatio cordis. Het ontwateren gebeurde eerst fysisch door vena- of andere punctie(s), later door de toxische kwikdiuretica en ten slotte sedert de Tweede Wereldoorlog door de moderne diuretica. Begin jaren tachtig werden angiotensine-‘converting’-enzym (ACE)-remmers toegevoegd aan dit therapeutisch arsenaal. Zij bleken een duidelijke aanwinst te zijn voor de klinische behandeling van de patiënt met chronisch hartfalen die, na eventuele behandeling van de eraan ten grondslag liggende aandoening, onvoldoende reageerde op de klassieke therapie.1-3 Heden ten dage bestaat de tendens ACE-remmers in een eerder stadium van de behandeling voor te schrijven dan digitalis, mede omdat de therapeutische breedte van digitalis smal is.4 Ten slotte bleek uit verscheidene onderzoeken dat ACE-remmers gegeven aan patiënten met asymptomatische linker-ventrikeldysfunctie een verdere achteruitgang van de ejectiefractie kunnen voorkomen…
Reacties