Samenvatting
Achtergrond
Harttransplantatie is de behandeling van eerste keus voor patiënten in het eindstadium van hartfalen. Sinds 30 jaar geleden de eerste harttransplantatie in Nederland plaatsvond, is er veel veranderd. Hartdonoren zijn ouder, er is meer comorbiditeit bij de ontvangers, er zijn betere medicijnen en er is ervaring opgebouwd. Wij vergeleken de resultaten van de eerste en de tweede 15 jaar.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
We verzamelden de gegevens van alle 580 patiënten die in 1984-2013 een harttransplantatie ondergingen in het Erasmus MC. Cohort A (n = 353) omvatte de periode 1984-1999, cohort B (n = 227) de periode 2000-2013. We hebben beide cohorten vergeleken en met multivariabele analyse gezocht naar factoren die onafhankelijk van invloed zijn op de overleving.
Resultaten
De hartdonoren in cohort B waren ouder: gemiddelde leeftijd 43 vs. 29 jaar, aandeel 50-plussers 33 vs. 2%. De 1-jaarsoverleving was vergelijkbaar met cohort A (86 vs. 89%), de 10-jaars overleving lag significant hoger (68 vs. 53%; p = 0,02). In cohort B kregen meer patiënten tacrolimus (77 vs. 22%; p = 0,001) en statines (88 vs. 18%; p < 0,001) voorgeschreven, en bleef de nierfunctie na 5 en na 10 jaar beter behouden (p = 0,001 respectievelijk 0,02). Factoren die de 10-jaarsoverleving onafhankelijk verbeterden, waren behandelde hypertensie (hazardratio (HR): 0,60; 95%-BI: 0,44-0,83), coronaire revascularisatie (HR: 0,41; 95%-BI: 0,27-0,62), het gebruik van statines (HR: 0,39; 95%-BI: 0,26-0,60) en het gebruik van tacrolimus (HR: 0,38; 95%-BI: 0,26-0,54).
Conclusie
De langetermijnoverleving na harttransplantatie is in het laatste decennium aanzienlijk verbeterd.
Reacties