Samenvatting
- De behoefte aan harttransplantatie op de kinderleeftijd in Nederland is te schatten op 5-14 per jaar, inclusief 1-3 bij zuigelingen.
- Deze behandeling kan alleen succes hebben in nauwe samenwerking met een bestaand harttransplantatieprogramma voor volwassenen en bij uitvoering in een centrum waar de chirurgische behandeling van congenitale hartafwijkingen in volle omvang wordt verricht.
- Er is geen plaats voor harttransplantatie als primaire behandeling voor zuigelingen met hypoplastisch-linkerhartsyndroom, aangezien de Norwood-operatie een goed alternatief is.
- Het donoraanbod is ook bij kinderen een probleem.
- Rond de behandeling van zuigelingen met een eindstadium van hartziekte bestaan ethische dilemma's, die toepassing van operatieve behandeling niet vanzelfsprekend maken.
Reacties