10 jaar ervaring in het Erasmus MC te Rotterdam

Harttransplantatie bij kinderen

Onderzoek
Michiel Dalinghaus
Aggie H.M.M. Balk
Matthijs de Hoog
M. (Lennie) van Osch-Gevers
A.P.W.M. (Lex) Maat
Karlien Cransberg
Robert Jan M. Houmes
Wim A. Helbing
Ad J.J.C. Bogers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B86
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijving van de uitkomst bij kinderen die werden beoordeeld in het enige Nederlandse programma voor harttransplantatie bij jonge patiënten, in de periode 1998-2007.

Opzet

Beschrijvend, retrospectief.

Methode

Bestudeerd werden de gegevens van patiënten jonger dan 18 jaar die in de periode 1 januari 1998-31 december 2007 binnen het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam werden beoordeeld voor eventuele harttransplantatie. De onderzoeksuitkomsten werden als volgt gedefinieerd: de datum van transplantatie of van overlijden, dan wel de toestand van de patiënt op 31 december 2007.

Resultaten

De data van in totaal 64 kinderen werden geëvalueerd; de gemiddelde leeftijd was 7 jaar (SD: 6). Cardiomyopathie was de meest voorkomende oorzaak van hartfalen (n = 55; 86%). Bij 19 kinderen (30%) werd geen of nog geen indicatie voor harttransplantatie gesteld, bij 45 kinderen was er wel een indicatie. Extracorporele membraanoxygenatie of een steunhart werd bij 7 kinderen toegepast. Van de 45 kinderen met een indicatie werden 26 op de wachtlijst geplaatst; 13 van hen ondergingen een succesvolle harttransplantatie op de gemiddelde leeftijd van 9 jaar (SD: 5), na een gemiddelde wachttijd van 9 weken (SD: 8). Van de transplantaties werden 12 in het Rotterdamse centrum verricht en 1 vond plaats in het buitenland. Er overleed 1 kind binnen 1 jaar aan afstoting en infecties, de overige 12 waren in goede conditie bij de laatste controle, gemiddeld 4 jaar (SD: 2) na de transplantatie. Van de kinderen op de wachtlijst overleden er 8 na gemiddeld 22 weken (SD: 23), 1 werd van de wachtlijst afgehaald vanwege klinische verbetering en 4 wachtten eind 2007 op een donorhart. De andere kinderen met een indicatie werden (nog) niet op de wachtlijst geplaatst, omdat de ouders van de transplantatie afzagen (bij 8 kinderen; gemiddelde leeftijd: 2 jaar (SD: 2)), vanwege contra-indicaties (n = 4) of omdat het onderzoek nog niet was afgerond (n = 7).

Conclusie

De 13 kinderen die een succesvolle harttransplantatie ondergingen, overleefden op 1 na in goede conditie. Het harttransplantatieprogramma voor kinderen, waarbij mechanische ondersteuning kan worden ingezet, biedt bij geselecteerde kinderen mogelijkheden om de klinische conditie en de overleving sterk te verbeteren.

Auteursinformatie

Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam.

Afd. Kindercardiologie: dr. M. Dalinghaus, dr. M. van Osch-Gevers en prof.dr. W.A. Helbing, kindercardiologen.

Afd. Intensive Care: dr. M. de Hoog, kinderarts-intensivist.

Afd. Kindernefrologie: dr. K. Cransberg, kinderarts-nefroloog.

Afd. Anesthesiologie-Kinderchirurgie: drs. R.J.M. Houmes, anesthesioloog-kinderintensivist.

Erasmus MC, Rotterdam.

Afd. Cardiologie: dr. A.H.M.M. Balk, cardioloog.

Afd. Thoraxchirurgie: drs. A.P.W.M. Maat en prof.dr. A.J.J.C. Bogers, cardiothoracaal chirurgen.

Contact dr. M. Dalinghaus (m.dalinghaus@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 4 juni 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties