Habitueel mondademen

Klinische praktijk
J. Wedman
N.K. Idema
L. Feenstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2269-71

Inleiding

Evenals andere zoogdieren ademt ook een pasgeboren mens door de neus. Voor dieren is het van levensbelang doorlopend op de reuk te kunnen vertrouwen. Een scheiding van voedings- en ademweg is daartoe noodzakelijk. Die wordt verkregen door een zodanige plaatsing van de larynx dat de epiglottis een direct contact maakt met het weke verhemelte. Een pasgeborene die door welke oorzaak dan ook niet door de neus kan ademen, dreigt te stikken; het kan (nog) niet goed door de mond ademen. Tijdens het eerste levensjaar van een kind ontwikkelen de bovenste luchtwegen zich in een richting die de menselijke spraak mogelijk maakt;1-7 de larynx ondergaat daarbij een relatieve daling ten opzichte van de schedel. Dit heeft als bijverschijnsel dat tegelijkertijd de anatomische mogelijkheid tot mondademen ontstaat. Als een kind eenmaal die alternatieve ademweg heeft ‘gevonden’, bestaat de kans dat het door de mond blijft ademen, zelfs indien de noodzaak…

Auteursinformatie

Vliegbasis Gilze-Rijen, Rijen.

J.Wedman.

GGD regio IJssel-Vecht, afd. Jeugdgezondheidszorg, Zwolle.

N.K.Idema, jeugdarts.

Universitaire Ziekenhuis St. Rafaël, afd. Neus-, Keel- en Oorziekten, Kapucijnenvoer 33, 3000 Leuven, België.

Prof.dr.L.Feenstra, KNO-arts.

Contact prof.dr.L.Feenstra

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties