Het was een van de eerste zinnen die ik opschreef tijdens mijn eerste ontmoeting met Herman Tjeenk Willink in de wachtkamer van de Raad van State. Het was een bijzondere ontmoeting, omdat zijn scherpe analytische geest bijna achteloos woorden gaf aan de essentie van de organisatie van de huisartsgeneeskunde.
In…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1822
Reacties