Samenvatting
Doel
Beschrijving van het beleid volgens het lokale protocol voor gedislokeerde mediale collumfracturen in alle 8 academische (ACZ) en een steekproef van 12 algemene ziekenhuizen (ALGZ).
Opzet
Descriptief; enquête.
Methode
Algemeen chirurgen met aandachtsgebied traumatologie werd verzocht een enquêteformulier in te vullen, waarin gevraagd werd naar: maximaal aanvaardbare tijdsduur van ongeval tot operatie, indicaties voor interne fixatie en artroplastiek, operatieve techniek en postoperatieve belasting bij patiënten boven de 60 jaar met een gedislokeerde mediale collumfractuur.
Resultaten
Interne fixatie en artroplastiek werden volgens protocol binnen respectievelijk 24 en 48 h verricht in 95 van de ziekenhuizen. Een biologische leeftijdsgrens variërend tussen 65 en 80 jaar was in 70 van de ACZ en ALGZ de meest gehanteerde indicatie voor interne fixatie. Bij een hogere leeftijd werd artroplastiek verricht. In 83 van de ALGZ was dementie een indicatie voor artroplastiek, tegenover 0 in de ACZ. Slechte botkwaliteit, immobiliteit, meerdere fractuurfragmenten en een inadequate repositie waren incidentele indicaties voor artroplastiek. Reumatoïde artritis, artrose en een pathologische fractuur waren overal contra-indicaties voor interne fixatie. De operatieve techniek van interne fixatie en artroplastiek was in de ACZ en ALGZ vrijwel gelijk. Interne fixatie werd bij volledige belasting nabehandeld in alle ACZ en met gedeeltelijke belasting in 7 (58) ALGZ. Artroplastiek werd overal met volledige belasting nabehandeld.
Conclusie
De variatie in indicaties voor interne fixatie of artroplastiek weerspiegelt het gebrek aan studies die aangeven welke patiënten met welke techniek optimaal behandeld kunnen worden. De operatieve techniek van zowel interne fixatie als artroplastiek vertoonde minder grote verschillen.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:984-91
Reacties