Zie ook het artikel op bl. 496.
De nog steeds toenemende medisch-technologische mogelijkheden stellen artsen meer dan voorheen in staat leven te behouden. Het medische beleid ten aanzien van de inzet van geavanceerde behandelingsmethoden is in het algemeen gebaseerd op wetenschappelijke evaluatie en praktijkervaring. Medische technologie wordt ook wel ingezet om tijd te winnen voor verdere diagnostiek. Daarnaast komt het voor dat de intensieve behandelingsmethode wordt toegepast zonder dat sprake is van een reële verhouding tussen middel en doel. In dit licht kunnen kanttekeningen worden geplaatst bij het eind 1992 verschenen rapport van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde met de titel Doen of laten,1 en het elders in dit nummer geplaatste artikel van De Kleine et al., dat in samenhang met dat rapport moet worden bezien. Het rapport bevat een categorie-indeling van medische maatregelen (wel of niet (verder) medisch handelen respectievelijk opzettelijke levensbeëindiging) naar gelang de situatie waarin…
Reacties