artikel
In de afgelopen weken is het woord ‘zorg’ niet van de lucht geweest. Als mogelijke splijtzwam van een nog niet eens begonnen kabinet domineerden zorg en zorgpremie enige tijd het dagelijkse nieuws. Hoewel niet geheel valt uit te sluiten dat de premier zich hier bediend heeft van een goed doordachte, politieke truc is het toch een verstandig besluit geweest om een weliswaar in beginsel sympathiek ogend, maar in de uitwerking onvoldoende doordacht plan te laten varen. Niettemin is duidelijk dat dé zorg ook voor dit kabinet een voortdurende bron van zorg zal zijn. Wat moet er dan gedaan worden? In dit nummer van het NTvG proberen Bart Berden en zijn collega’s daar een antwoord op te formuleren. Onder de titel ‘Werk aan de winkel’ benoemen zij een aantal zaken die enerzijds tot verlaging van de kosten en anderzijds tot verhoging van de opbrengsten zouden kunnen leiden (A5352, blz. 2053). De kritisch werkende arts zou daarbij een sleutelpositie moeten innemen om overbodige en niet-geïndiceerde zorg zoveel mogelijk te voorkomen. Het stuk wordt van commentaar voorzien door Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, de scheidend voorzitter van de KNMG (A5726, blz. 2016). Naar zijn mening is het uitbannen van niet-geïndiceerde zorg op zich onvoldoende om de alsmaar stijgende kosten het hoofd te bieden. Hij pleit juist voor een integrale aanpak over de sectoren heen. Daarnaast zouden artsen en patiënten in zijn visie meer moeten samenwerken. En ook: de patiënt als regisseur van zijn of haar eigen gezondheid en behandeling. Prachtig, maar gaat het ook werken? Interessant in dit kader is het artikel van Arianne Elissen en collega’s over de effectiviteit van ketenzorg bij diabetes (A5115, blz. 2027). Uit hun meta-analyse blijkt namelijk dat complexe zorginnovaties, waaronder ook zelfmanagement, op korte termijn wel gezondheidswinst opleveren maar dat de effecten op de lange duur bescheiden zijn. Wellicht valt er toch nog wel wat meer winst te halen, namelijk als ook het schot tussen de eerste en de tweede lijn wordt opgeheven en de specialist onderdeel wordt van hetzelfde extramurale team waarvan ook huisarts, verpleegkundige en anderen deel uitmaken. Dát bespaart tenminste ziekenhuiskosten en is als model goed toepasbaar bij diverse chronische aandoeningen. Misschien kunnen we dan ook eens een keer stoppen met het maken van verschillende richtlijnen voor de eerste en tweede lijn. Met wat doelmatigheidsprikkels erbij levert dit misschien wel een goedkoop recept op.
Reacties