Samenvatting
Doel
Beoordelen van resultaten van fasciotomie bij patiënten met een chronisch compartimentsyndroom.
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Plaats
Afdeling Heelkunde, Centraal Militair Hospitaal, Utrecht.
Methode
Bij 81 patiënten (151 loges) werd na een gestandaardiseerde drukmeting van de symptomatische loge tijdens inspanning een gesloten fasciotomie verricht. Het betrof 149 maal de anterieure en 2 maal de laterale loge. De drukmeting werd tenminste 3 maanden na de operatie herhaald. Alle geopereerde patiënten ontvingen 6 maanden na de operatie een schriftelijke vragenlijst waarin naar het resultaat van de operatie gevraagd werd.
Resultaten
Postoperatieve complicaties bestonden uit een neurinoom (3 maal) en een seroom (1 maal). De gemiddelde postoperatieve intramusculaire drukken waren lager dan de preoperatieve: de rustdruk daalde van 22,1 naar 14,0 mmHg (p < 0,05), de inspanningsdruk van 57,5 naar 25,4 mmHg (p < 0,01) en de relaxatiedruk van 34,4 naar 25,2 mmHg (p < 0,05). Postoperatief werd 10 maal een onveranderd verhoogde druk geconstateerd, waarvoor 4 maal een tweede fasciotomie werd verricht. Vermindering van klachten werd aangegeven door 59 (76) van de patiënten. Bij 9 patiënten met onvoldoende resultaat bestond preoperatief reeds een combinatie met een andere overbelastingsblessure.
Conclusie
Een gesloten fasciotomie gaf bij een aangetoond chronisch compartimentsyndroom in de meeste gevallen goede resultaten in de vorm van een vermindering van klachten bij een afname van de intramusculaire druk, vooral na inspanning.
Reacties