Samenvatting
Doel
Beschrijving van de resultaten van behandeling van patiënten met een levensbedreigende hartritmestoornis door toepassing van een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD) van de tweede generatie met transveneuze elektroden.
Opzet
Descriptief.
Plaats
St.-Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein.
Methode
In de periode oktober 1991-februari 1996 werden 44 patiënten met levensbedreigende kamerritmestoornissen behandeld met een ICD met transveneuze elektroden. Na een jaar werd de kwaliteit van leven onderzocht met een schriftelijke vragenlijst, samengesteld op basis van onder meer de ‘36-item Short form health survey’.
Resultaten
De sterfte in het ziekenhuis bedroeg 144 (2); er was geen peroperatieve sterfte. Er overleden 4 patiënten gedurende de follow-up: 3 als gevolg van hartfalen en 1 aan plotselinge hartdood. Binnen 1 jaar had 50 van de patiënten een therapeutische ontlading gehad. Bij 3044 (68) van de patiënten waren antiarrhythmica noodzakelijk ter preventie van te frequente ICD-ontladingen of wegens paroxismaal atriumfibrilleren met snel kamerantwoord (hetgeen ook een onterechte ontlading van de ICD kan veroorzaken). De respons op de vragenlijst was 100. Analyse van de kwaliteit van leven toonde een goede acceptatie van de ICD, alhoewel 86 van de patiënten het verbod om een auto te besturen als erg beperkend ervoer.
Conclusie
De ICD betekent een welkome stap voorwaarts in de behandeling van levensbedreigende kamerritmestoornissen, gezien de eenvoudige implantatie, de goede overleving en de adequate anti-aritmische effecten.
Reacties