Dames en Heren,
Sinds de inwerkingtreding van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) op 1 april 1995 kan er geen twijfel meer over bestaan dat de uitvoering van medische verrichtingen de toestemming van de patiënt behoeft.1 Alleen in geval de patiënt wilsonbekwaam is, dat wil zeggen niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn of haar belangen ter zake, kan een vertegenwoordiger namens de patiënt als gelegitimeerde gesprekspartner van de hulpverlener optreden. Hoewel de regeling op zichzelf helder is, blijkt ze soms moeilijk toepasbaar. De navolgende ziektegeschiedenis illustreert dat.
Patiënt A is een 73-jarige vrouw, para 0, met bescheiden verstandelijke vermogens. Sedert tientallen jaren is zij gehuwd met een introverte, (inmiddels) hardhorende man van vergelijkbare begaafdheid. Zij wonen zelfstandig en hebben de zorg voor een hond. Een schoonzus houdt enig toezicht op de financiën en een nicht zorgt voor de boodschappen.
Sinds 5 maanden komt patiënte niet meer…
Reacties