Godelieve de Bree

Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1795

Godelieve de Bree werkt als internist-infectioloog en klinisch-immunoloog in het Amsterdam UMC, locatie AMC. Ze is een van de auteurs van het leerartikel over lymfadenopathie (D4901).

artikel

Wat wilde u vroeger worden?

‘Ik had eerlijk gezegd niet een duidelijk idee dat ik dokter wilde worden. Wel was ik geïnteresseerd in het functioneren van het menselijk lichaam. Dat was de doorslaggevende reden om geneeskunde te gaan studeren.’

Welke levende arts bewondert u het meest en waarom?

‘Tijdens mijn studie was onder andere neuroloog en nu emeritus-hoogleraar Jan van Gijn een inspirator. Ik herinner me als de dag van gisteren zijn colleges, waarbij hij samen met, en aan de hand van, een patiënt een neurologisch ziektebeeld besprak. De wijze waarop hij dat deed was bijzonder; echt samen met de patiënt, met veel respect. Het belangrijkste dat hij me leerde is dat een dokter alleen door goed te luisteren en te kijken naar het verhaal van de patiënt tot een goede diagnose en behandeling kan komen.’

‘Jan van Gijn leerde me dat je alleen door goed luisteren tot een goede diagnose kunt komen’

Wat was de beste stap in uw carrière?

‘Ik vind het wat lastig om 1 beste stap te benoemen. Het is een goede keuze geweest om na mijn studie geneeskunde promotieonderzoek te gaan doen, op het laboratorium, in de immunologie. Op die manier heb ik een solide immunologische basis kunnen leggen. Daarnaast helpt het mij nog steeds om in de dagelijks praktijk de vertaalslag te maken tussen de kliniek en het laboratorium en vice versa.’

Heeft u een tip voor studenten?

‘Mijn tip zou zijn om de studietijd en de coschappen te gebruiken om zoveel mogelijk rond te kijken; probeer extra stages te doen. Het is de beste tijd om te ontdekken waar je interesses liggen.’

Welke persoonlijke ambities heeft u?

‘In de dagelijks praktijk zie ik veel patiënten met aangeboren afweerstoornissen. Dit zijn zeldzame ziekten waarbij we steeds meer inzicht krijgen in de oorzaken, door laagdrempelig genetische diagnostiek te doen. Daardoor komen we ook vaak nieuwe mutaties tegen die nieuwe inzichten geven in afweerstoornissen. Mijn ambitie voor de komende jaren is om verder te werken aan onderzoek naar afweerstoornissen en de samenwerking met het laboratorium te verdiepen.’

Wat is uw mooiste publicatie?

‘Een van de mooiste publicaties is alweer een vrij oude publicatie uit 2005 in het Journal of Experimental Medicine. In dit artikel lieten we als een van de eersten zien dat de afweercellen die het immunologisch geheugen voor griepvirussen vormen, er in de long heel anders uitzien dan in het bloed. De long bleek een drijvende omgeving voor het vasthouden van deze cellen en zorgt ervoor dat afweercellen tegen griep heel erg snel geactiveerd kunnen worden als er een griepvirus voorbijkomt.’

Met welk dilemma worstelt u momenteel?

‘Het grote dilemma in mijn dagelijks praktijk is de “gewone” zorg voor patiënten combineren met de eisen die er aan de zorg gesteld worden door de coronacrisis. We kunnen minder patiënten ”live” zien op de poli, patiënten leven in angst voor het oplopen van een infectie en de begeleiding daarvan is veeleisend. Daarnaast werken we aan onder andere vaccinatiestrategieën om deze kwetsbare groep zo goed mogelijk te beschermen.’

Waar bent of was u het gelukkigst?

‘Er zijn veel momenten waarop ik gelukkig ben, maar een werkgerelateerd moment is als ik een poli doe waarbij ik leuke gesprekken kan voeren met mijn patiënten, die me inzicht geven in hun ziekte, de eventuele ziektelast en de invloed op hun dagelijks functioneren. Hier krijg ik echt energie van.’

Wat doet u om fit te blijven?

‘Werken in het ziekenhuis en helemaal tijdens de corona-epidemie van het afgelopen jaar voelt soms als topsport. Om fit te blijven ga ik in het voorjaar en de zomer 1 of 2 keer per week op de fiets naar mijn werk. Ik woon in Utrecht, dus dat is een mooi eindje fietsen langs de Vecht. Dit helpt om fysiek fit te blijven, maar ook om op de terugweg het werk te overdenken en een beetje te relativeren.’

Wat heeft u ertoe bewogen een artikel bij het NTvG in te dienen?

‘Het artikel hebben we geschreven op verzoek van het NTvG. Ik vond het een leuk en relevant verzoek omdat zowel in de eerste, als in de tweede lijn (mijn eigen werk) lymfadenopathie een veelvoorkomend probleem is, waarbij duidelijke richtlijnen voor diagnostiek ontbreken. We hebben in het leerartikel gepoogd hiervoor handvatten te bieden. Het was ook erg inspirerend om het samen met mijn collega’s van de huisartsgeneeskunde, kindergeneeskunde en hematologie te schrijven; echt discipline-overstijgend.’

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties