Gezondheidsraadadvies over anticonceptie voor mensen met een verstandelijke handicap

Opinie
M.M. Meijer
F.V.P.M. Ewals
F.A. Scholte
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:188-91
Abstract

De laatste decennia voeren beleidsmakers en zorgverleners steeds nadrukkelijker een emancipatiebeleid voor mensen met een verstandelijke handicap. Daarbij staan begrippen centraal als zelfontplooiing en autonomie, integratie en participatie, gelijkwaardig burgerschap en vermaatschappelijking. Hierdoor is er ook meer oog gekomen voor seksualiteit, kinderwens en ouderschap van mensen met een verstandelijke handicap. Vragen hierover worden in toenemende mate gesteld aan artsen die niet zijn gespecialiseerd in de gezondheidsproblemen van deze groep mensen. In 1999 verzocht de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Gezondheidsraad om een samenhangend overzicht te geven van medische, ethische en gezondheidsrechtelijke overwegingen die van belang zijn bij de besluitvorming over anticonceptie bij mensen met een verstandelijke handicap. Een breed samengestelde commissie met participanten uit alle relevante maatschappelijke groeperingen heeft zich tot taak gesteld drie belangrijke vragen te beantwoorden: ‘Welke overwegingen zijn relevant voor de oordeelsvorming over (a) de wenselijkheid en (b) de vorm van anticonceptie, en (c)…

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, afd. Huisartsgeneeskunde, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Mw.M.M.Meijer, arts voor verstandelijk gehandicapten.

Prinsenstichting-Odion, Purmerend.

F.V.P.M.Ewals, arts voor verstandelijk gehandicapten.

's-Heerenloo Midden-Nederland, Apeldoorn.

F.A.Scholte, arts voor verstandelijk gehandicapten.

Contact mw.M.M.Meijer (mmeijer@hag.fgg.eur.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties