Het recentelijk verschenen rapport van de Gezondheidsraad over ondervoeding bij ouderen heeft als grootste verdienste dat het het wetenschappelijke bewijs op gebied van definitie, epidemiologie, detectie en behandeling goed doorlicht.1 Maar consequenties voor de klinische praktijk heeft het rapport niet, want het blijft steken in de constatering van gebrek aan goed onderzoek op alle genoemde terreinen. De aanbevelingen van het rapport komen dan ook niet verder dan een pleidooi voor meer wetenschappelijk onderzoek, zonder een enkel advies voor de praktijk.
Enkelvoudige versus meervoudige ziekteoorzaak
Hoe komt het dat men de vragen van de minister niet kan beantwoorden en geen praktijkgerichte aanbevelingen kan doen, hoewel er toch de laatste jaren het nodige onderzoek is gedaan op dit gebied, ook in Nederland? De oorzaak ligt in het ontbreken van een expliciet wetenschapstheoretisch kader van waaruit de auteurs op zoek gaan naar het empirisch wetenschappelijke bewijs en in het feit dat zij…
Reacties