Dames en Heren,
Bij vermindering of verlies van lichaamsfuncties lijkt het vanzelfsprekend dat anamnese en onderzoek van de arts zich richten op datgene wat de patiënt mist. Het negatieve symptoom, dat wil zeggen het uitvalsverschijnsel, staat veelal centraal. Soms echter kan functieverlies tot onvermoede positieve symptomen leiden, die de patiënt, omdat deze de samenhang niet beseft, niet spontaan te berde brengt. In deze klinische les willen wij onder uw aandacht brengen hoezeer patiënten juist onder zulke positieve symptomen gebukt kunnen gaan. Wij illustreren dat aan twee patiënten met afwijkingen in het visuele systeem.
Bij aandoeningen van het visuele systeem kunnen zich spontaan, dus niet als gevolg van een uitwendige stimulus, visuele fenomenen aan de patiënt voordoen. Vaak betreft het elementaire verschijnselen: vlekjes, streepjes of sterretjes. Maar ook complexe beelden zoals personen, dieren, planten, gebouwen of zelfs complete landschappen kunnen in het gezichtsveld verschijnen. Dit verschijnsel werd voor het eerst door…
Reacties