Samenvatting
Doel
Vaststellen van de prevalentie van dragerschap van meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) onder bewoners van Nederlandse verpleeghuizen om te bepalen of ziekenhuisopname van een verpleeghuisbewoner een risicofactor vormt voor de verspreiding van MRSA in ziekenhuizen.
Opzet
Dwarsdoorsnede-onderzoek.
Plaats
Bewoners van verpleeghuizen in de regio's Amsterdam en Rotterdam, waar regelmatig MRSA werd aangetroffen in ziekenhuizen.
Methoden
Dragerschap van MRSA werd bepaald door middel van een neuskweek. Het onderzoek werd verricht in juni 1991-januari 1992. Op basis van een veronderstelde prevalentie van 0,5 en van de noodzaak van verder onderzoek bij een prevalentie van 1 bedroeg de berekende steekproefgrootte 2500. Elke 3e persoon in Amsterdam en elke 2e in Rotterdam werd uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek. Onderzochte risicofactoren waren: verblijfsduur, aanwezigheid van (decubitus)wonden, catheter à demeure, urine-incontinentie, chronische luchtwegaandoeningen en (alleen in Amsterdam) antibioticumgebruik in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek.
Resultaten
Bij 3 van de 1973 onderzochte bewoners werd een MRSA aangetroffen, een prevalentie van 0,16 (95-betrouwbaarheidsinterval: 0,05-0,46, p < 0,05). Er was geen significant verband tussen dragerschap met S. aureus en een van de risicofactoren.
Conclusie
Vooralsnog hoeven verpleeghuisbewoners bij ziekenhuisopname niet als een risicogroep voor de verspreiding van MRSA te worden beschouwd. Inachtneming van hygiënische richtlijnen bij de verzorging van met MRSA gekoloniseerde bewoners is waarschijnlijk voldoende om verspreiding van MRSA in verpleeghuizen tegen te gaan.
Reacties