Gericht audiologisch onderzoek bij slechthorendheid

Klinische praktijk
T.S. Kapteyn
L. Feenstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:698-4

Eigen ervaringen leren dat het horen van onduidelijke geluiden inspanning vereist. Iedereen kent wel mensen in de directe omgeving die zelfs duidelijke geluiden niet goed horen en dus kennelijk slechthorend zijn. Minder bekend is dat er verschillende vormen van slechthorendheid zijn.

– Verlies aan gevoeligheid (verschuiving van de hoordrempel). Hardhorendheid, het ongevoelig zijn voor zwakke geluiden, is de meest eenvoudige vorm.

– Verlies van het dynamische bereik (gereduceerde hoorspan). Naast de ongevoeligheid voor zachte geluiden kan een oor tegelijkertijd een overgevoeligheid voor harde geluiden manifesteren; het dynamische bereik van het oor is dan verminderd.

– Verlies aan kwaliteit van het gehoorde geluid (vervorming, valsklinken).

– Verlies aan onderscheidingsvermogen. Ongevoeligheid van het oor behoeft niet direct in te houden dat het gehoorde ook slecht is te onderscheiden of te herkennen. Wanneer dit laatste wel het geval is, spreekt men van een discriminatieverlies.

– Verlies aan selectievermogen (slechtere signaal-ruisverhouding). In rumoer kan…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Audiologisch Centrum, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Dr.T.S.Kapteyn, fysicus-audioloog; prof.dr.L.Feenstra, KNO-arts.

Contact dr.T.S.Kapteyn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties