Genitale verminking bij vrouwen in Nederland

Volgens schattingen van de WHO zijn wereldwijd 100-140 miljoen vrouwen slachtoffer van genitale verminking. In Nederland komt verminking alleen voor onder immigranten, met een prevalentie die lager is dan die in de landen van herkomst. Dat concluderen Dineke Korfker (TNO) en collega’s in Internal Journal of Public Health (2012; epub 8 februari).

Zij vroegen verloskundigen in heel Nederland om korte vragenlijsten in te vullen over het aantal vrouwen dat in 2008 hun spreekuur bezocht had en genitaal verminkt was. De vroedvrouwen moesten daarbij onderscheid maken tussen infibulatie – waarbij clitoris en kleine schaamlippen helemaal zijn weggesneden en de grote schaamlippen zijn dichtgenaaid – en overige vormen van vrouwenbesnijdenis.

470 (92%) praktijken stuurden de lijsten compleet terug, representatief voor 79% van alle vrouwen die in 2008 een kind kregen. De verloskundigen zagen bij 470 vrouwen een vorm van beschadiging, waarvan 40% infibulaties, 50% overige verminking en 10% onbekende verminking. Vroedvrouwen uit de grote steden of met een praktijk bij een asielzoekerscentrum zagen de meeste mutilaties. De totale prevalentie was met 0,32% beduidend lager dan de op basis van prevalentiecijfers uit geboortelanden verwachte 0,7%. De verloskundigen die echter zeker waren van het door hen gerapporteerde aantal vrouwen zagen meer verminkingen, wat een totale prevalentie van 0,6% zou betekenen.

De auteurs vinden dit hogere percentage betrouwbaarder, zeker gezien de mogelijke onderrapportage door gebrek aan herkenning of onvolledig vaginaal onderzoek. Ook twijfelen ze of een groep geëmigreerde vrouwen een goede selectie van de originele bevolking is; mogelijk zijn ze hoger opgeleid of minder traditioneel ingesteld. Hoe dan ook, genitale mutilatie is een probleem in Europa en de slachtoffers verdienen extra aandacht. ‘Zeker tijdens de bevalling, omdat er een hoog risico is op complicaties voor moeder en kind’, aldus de auteurs.

(Bijdrage: Karen van Weelden.)