De weg naar de klinische praktijk

Genetische therapie met CRISPR-Cas

Illustratie: Een DNA string die doorgeknipt wordt
Philip R. Jansen
Mieke van Haelst
Rob M.F. Wolthuis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:D8247
Abstract
Download PDF

Het duurt niet lang meer voordat we erfelijke ziekten kunnen behandelen door de DNA-fout te corrigeren. Nu al komen patiënten met vragen hierover bij hun zorgverlener. Zorg daarom dat je op de hoogte bent.

Samenvatting

CRISPR-Cas is een revolutionaire methode om DNA aan te passen. Dankzij de effectiviteit en nauwkeurigheid van CRISPR-Cas is ‘genetische therapie’ voor diverse aandoeningen in beeld gekomen. Met CRISPR-Cas kunnen bij bepaalde genetische aandoeningen ziekteveroorzakende DNA-varianten gecorrigeerd worden. Vanwege de media-aandacht voor deze techniek verwachten patiënten dat hun zorgverleners goed op de hoogte zijn van de behandelmogelijkheden die CRISPR-Cas kan bieden. Er zijn echter belangrijke barrières die de klinische implementatie bemoeilijken. Zo zijn er vraagstukken op het vlak van de veiligheid, effectiviteit en ethische verantwoording. Duidelijke communicatie over de mogelijkheden en beperkingen naar patiënten met een genetische aandoening is hierbij essentieel. Genetici, medische centra en regelgevers staan nu voor de taak de vertaalslag van CRISPR-Cas-techniek naar de klinische praktijk op een effectieve en ethische wijze te realiseren.

Kernpunten
  • Er is veel media-aandacht voor CRISPR-Cas, een revolutionaire technologie die het mogelijk maakt om DNA met hoge precisie aan te passen.
  • CRISPR-Cas zal in toenemende mate worden ingezet om de oorzakelijke DNA-fout van genetische ziekten te herstellen en zo de ziekte te verhelpen of symptomen te verminderen.
  • CRISPR-Cas wordt in tientallen klinische trials onderzocht als behandeling bij specifieke genetische aandoeningen, zoals erfelijke bloedziekten en leverziekten, waarbij CRISPR-Cas het doelorgaan kan bereiken.
  • Voorlichting is essentieel om publiek, patiënten en behandelaars te informeren nu CRISPR-Cas-technologie de weg naar de kliniek is ingeslagen; centra en behandelaars dienen te investeren in relevante kennis over CRISPR-Cas en verwijsmogelijkheden.
  • Klinisch genetici, medische centra en regelgevers staan voor de uitdaging om CRISPR-Cas-techniek op de juiste manier naar de klinische praktijk te vertalen.

artikel

De medische wetenschap ontwikkelt zich in sneltreinvaart. Deze constatering is voor weinig vakgebieden zo toepasselijk als voor de genetica. Minder dan 75 jaar terug was de basis van erfelijkheid nog een mysterie, totdat Watson en Crick in 1953 de structuur van het DNA ontdekten.1 Inmiddels is onze genetische code volledig in kaart gebracht en is het zelfs mogelijk om deze code aan te passen met technieken als CRISPR-Cas.2,3 Het genoom is hierdoor niet meer de onveranderlijke code waar een individu mee geboren is. Vandaag de dag kan het genoom in potentie worden gewijzigd om te proberen genetische ziekten uit te schakelen, een mijlpaal die recentelijk werd bereikt voor erfelijk angio-oedeem.4

Met de toenemende berichtgeving over CRISPR-Cas is het belangrijk dat zorgverleners die genetische aandoeningen behandelen goed worden voorgelicht over de nieuwste mogelijkheden die gen-‘editing’ biedt en de bijbehorende risico’s, om zo patiënten juist te kunnen informeren. In dit artikel beschrijven we de huidige stand van zaken op het gebied van genmodificatie en bediscussiëren we mogelijke stappen om CRISPR-Cas-therapie in de praktijk te kunnen gaan toepassen.

Casus

Een 71-jarige man heeft sinds de leeftijd van 45 jaar last van spierzwakte in het gehele lichaam. Daarnaast lijkt hij borstweefsel te ontwikkelen. De huisarts verwijst hem naar een neuroloog. Op basis van het klinisch beeld wordt een progressieve neurologische aandoening gediagnosticeerd. Bij DNA-onderzoek wordt een zogenoemde verlengde ‘repeat’ vastgesteld. Dit is een mutatietype waarbij een specifieke DNA-sequentie meerdere keren achter elkaar voorkomt, in dit geval in het AR-gen dat codeert voor de androgeenreceptor. Op basis daarvan wordt de diagnose ‘ziekte van Kennedy’ gesteld, ook bekend als ‘spinale en bulbaire musculaire atrofie’ (SBMA).5 Dit is een X-gebonden aandoening waarbij mannen in de familie een hoog risico hebben om het neurologische ziektebeeld te ontwikkelen en vrouwen (gezonde) draagster kunnen zijn.

De patiënt wordt naar de klinisch geneticus verwezen voor adviezen voor hem en zijn familieleden. Hij heeft zich goed ingelezen in nieuwe ontwikkelingen op het gebied van genetische aandoeningen. Naar aanleiding van nieuwsberichten over succesvolle CRISPR-Cas-interventies bij een andere aandoening wendt hij zich met vragen tot experts van de afdeling Humane Genetica van het Amsterdam UMC: ‘Is behandeling met CRISPR mogelijk bij mijn erfelijke aandoening?’ En: ‘Kan deze methode voorkomen dat toekomstige generaties in mijn familie ziek worden?’

CRISPR-Cas in het kort

CRISPR-Cas is een moleculaire schaar die het DNA op specifieke plaatsen kan knippen en wijzigen, zoals in 2018 en 2021 in het NTVG is beschreven (D2461 – zie de figuur – en D5955).6,7 CRISPR-Cas staat voor ‘clustered regularly interspaced short palindromic repeats’, ofwel korte herhaalde stukjes DNA die een rol spelen in de bacteriële immuunreactie tegen binnendringende bacteriofagen, een type virussen dat bacteriën aanvalt. Door bepaalde aanpassingen kan CRISPR-Cas nu worden geprogrammeerd voor gebruik in de kliniek.

Het systeem bestaat uit twee belangrijke onderdelen: (a) een stuk RNA, bekend als gids-RNA (‘guide RNA’), dat zo kan worden vormgegeven dat het bindt aan de ziekmakende DNA-sequentie; en (b) het Cas9-eiwit. Dit Cas9-eiwit knipt het DNA daadwerkelijk op. Wanneer het gids-RNA en het Cas9-eiwit aan elkaar gekoppeld zijn, vormen ze samen een complex. Zodra dit complex de specifieke DNA-sequentie vindt, knipt het Cas-eiwit het DNA op die locatie door. Hierdoor ontstaat een breuk in het dubbelstrengs DNA, waardoor de cel wordt gedwongen het DNA te repareren. De reparatiemechanismen van de cel worden vervolgens gebruikt om de DNA-volgorde desgewenst te wijzigen. Door een nieuw stuk DNA toe te voegen aan het reparatieproces, kan een nieuwe genetische sequentie in het genoom worden ingevoegd. Dit maakt het mogelijk om genen uit te schakelen, te repareren of nieuwe genetische informatie in te voegen.

Gen-editing als therapie: mogelijkheden en beperkingen

De laatste jaren zijn nieuwe experimentele CRISPR-Cas-therapieën voor diverse genetische aandoeningen volop in ontwikkeling. Een belangrijk onderscheid dat gemaakt wordt in de behandeling is de somatische gen-editing (specifieke lichaamscellen, niet overdraagbaar aan volgende generaties) of kiembaangen-editing (in potentie alle lichaamscellen, wel overdraagbaar).

Somatische gen-editing heeft indrukwekkende resultaten laten zien, met name voor erfelijke bloedziekte. Bij β-thalassemie en sikkelcelziekte, waarbij een HBB-genvariant afwijkende rode bloedcellen maakt, worden stamcellen uit het beenmerg gehaald, de fout buiten het lichaam gerepareerd en de gecorrigeerde cellen weer in het lichaam teruggeplaatst.8 Vervolgens groeien deze cellen uit tot gezonde bloedcellen. Het voordeel is dat CRISPR-Cas op deze manier direct (ex vivo) kan worden toegepast op de betreffende cellen. Dit maakt het zowel veiliger (minder ongewenste effecten in andere cellen) als makkelijker dan in-vivotoepassing. Bij in-vivobehandelingen is het een uitdaging om de relevante weefsels te bereiken en daarin een specifieke DNA-wijziging aan te brengen zonder dat ongewenste afwijkingen ontstaan.

Het oog is nog een voorbeeld van een doelorgaan dat juist relatief makkelijk te bereiken is. Bij een kleinschalige trial met op CRISPR-Cas gebaseerde gen-editing bij onder andere patiënten met congenitale amaurose van Leber, kon een voorzichtig hoopvolle verbetering van het zicht worden vastgesteld.9 Bij veel andere aandoeningen zijn de specifieke weefsels moeilijker te bereiken of zijn meerdere organen aangedaan, wat de toepassing van CRISPR-Cas een stuk ingewikkelder maakt. Dat geldt ook voor de neurologische aandoening (ziekte van Kennedy) uit onze fictieve casus.

Op technisch vlak zijn er verbeteringen nodig om CRISPR-Cas accuraat en in voldoende hoeveelheid op de beoogde plek te krijgen. Door betere vectoren (deeltjes die CRISPR-Cas naar de cel transporteren) te ontwikkelen, kan CRISPR-Cas effectiever en gerichter op de beoogde plek worden gebracht. Vectoren op basis van een adenovirus (AAV) of vectoren die lipide nanodeeltjes (LPN’s) bevatten, kunnen de afgifte van CRISPR-Cas verbeteren en minder immuunreacties teweegbrengen.10,11

Er spelen aanzienlijke ethische bezwaren tegen het gebruik van CRISPR-Cas voor kiembaangen-editing. Hierover zijn maatschappelijke discussies gevoerd binnen de DNA-dialoog.12 Met kiembaangen-editing kunnen wijzigingen ontstaan – ook onbedoeld – die overdraagbaar zijn naar toekomstige generaties. Dit is momenteel niet veilig en niet toegestaan in menselijk DNA.13

Klinische toepassing: wat is er nodig?

Voor klinische implementatie van CRISPR-Cas zijn meerdere factoren van belang. Het allerbelangrijkste is dat de veiligheidsrisico’s rondom onbedoelde aanpassingen in het menselijk DNA tot dusver niet goed bekend zijn. Momenteel wordt daarom onderzoek verricht om deze zogenoemde ‘off-target’-effecten beter in kaart te brengen. Idealiter zou voor elke CRISPR-Cas-therapie de toedieningsvorm, de indicatie en het risico op bijwerkingen duidelijk bekend moeten zijn, zowel op korte als op lange termijn.

Op gezondheidseconomisch vlak spelen kosten en vergoeding een cruciale rol. De ontwikkeling en toepassing van CRISPR-Cas-therapie is duur; denk daarbij aan een bedrag van enkele miljoenen Amerikaanse dollars per patiënt.14 Zonder adequate vergoedingsmechanismen door zorgverzekeraars zullen deze innovatieve behandelingen onbereikbaar blijven voor veel patiënten. De uitdaging is om een kosteneffectief model te creëren dat de investeringen in onderzoek en ontwikkeling rechtvaardigt én de toegankelijkheid voor patiënten garandeert. Deze uitdaging moet worden opgepakt. Het is te hopen dat verdere ontwikkeling van de technologie eenzelfde sterke kostendaling teweegbrengt als bij sequencing van het hele genoom; de kosten daarvan daalden in de loop van twee decennia van ruim 10 miljoen dollar tot onder de 1000 dollar.15

Daarnaast is er een sterke noodzaak om kennis en begrip van zorgverleners over CRISPR-Cas-technologie te vergroten, kennis die op dit moment onvoldoende is.16 Educatieve programma’s en trainingen zijn essentieel om zorgverleners te voorzien van de nodige informatie over de werking en toepassingen van CRISPR-Cas en ethische overwegingen daarbij. Ook zijn goede onderlinge afspraken tussen verschillende zorgverleners van belang. Het moet duidelijk worden wie waarvoor verantwoordelijk is bij de behandeling met CRISPR-Cas. Zo vergt toekomstige toepassing van CRISPR-Cas in de dagelijkse praktijk nader te definiëren zorgpaden en multidisciplinaire teams.

Ten slotte zijn de veiligheid en ethische overweging van groot belang bij de toepassing van CRISPR-Cas-technieken. De langetermijneffecten van gen-editing bij patiënten en het risico op ongewenste effecten vereisen verder onderzoek en regulering. Strikte ethische richtlijnen en regelgeving moeten worden ontwikkeld en gehandhaafd om ervoor te zorgen dat CRISPR-Cas-technologie veilig en verantwoord wordt gebruikt. Dit is nog grotendeels onontgonnen terrein. Vooruitgang op dit gebied vereist nauwe samenwerking tussen wetenschappers, clinici, commerciële partners en regelgevers. Zoals vaker bij nieuwe medische ontwikkelingen, kunnen we hierbij geen tijdslijn noemen en slechts erop wijzen dat de ontwikkelingen snel gaan. Daarom is de interactie met patiënten – en het publiek in bredere zin – nodig om tot maatschappelijke normen te komen die de plaats van deze nieuwe technieken in de samenleving verder bepalen.

Verbindingen tussen patiënt en zorgverlener

Vanwege de veelbelovende berichtgeving over CRISPR-Cas-therapie is het vanzelfsprekend dat patiënten, zoals die in onze casus, hierover gerichte vragen stellen aan hun zorgverleners. Het is echter zeer waarschijnlijk dat de kennis van gen-editing bij de Nederlandse zorgverlener niet up-to-date is. In de communicatie is het belangrijk om voldoende achtergrondinformatie te hebben, op de hoogte te zijn van de mogelijkheden op dat moment en tegelijkertijd een realistisch beeld te scheppen van de verwachtingen voor de toekomst.

Om de dialoog tussen patiënten, CRISPR-experts en zorgverleners te verbeteren en als kenniscentrum een loket voor deze vragen te creëren, zijn wij binnen het Amsterdam UMC een pilot gestart, de ‘CRISPR expert clinic’. Tijdens deze bijeenkomsten wordt de ziektegeschiedenis van een patiënt in kaart gebracht, kan de patiënt gericht geïnformeerd worden door een panel van experts en wordt de recente literatuur over gen-editing besproken, om zo op zoek te gaan naar eventuele aangrijpingspunten voor CRISPR-Cas voor specifieke ziektebeelden. Ook wordt er met vragenlijsten in kaart gebracht welke kwesties bij patiënten spelen en met welke informatievoorziening zij het beste geholpen zijn. Voor de clinicus in de dagelijkse praktijk is het belangrijk op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op het gebied van CRISPR-Cas-therapie voor specifieke genetische aandoeningen. Deze ontwikkelingen leiden met regelmaat tot vragen bij een grote groep patiënten die bekend is met een genetische ziekte (geschat wordt dat 4-6% van de bevolking een zeldzame ziekte heeft).17 Een cruciale stap is dat patiënten – en ook artsen – toegang hebben tot adequate informatie over gen-editing. Voor patiënten als die in onze fictieve casus betekent dit houvast in het complexe informatielandschap.

Wanneer onze pilot een succes blijkt, kan deze aanpak nuttig zijn voor veel verschillende andere genetische aandoeningen die in aanmerking komen voor nieuwe toepassingen van gen-editing. Ondertussen moeten medische centra, met hun eigen CRISPR-Cas-experts en in overleg met de juiste stakeholders, stappen zetten om CRISPR-Cas-therapie vorm te geven (figuur).

Figuur
Mogelijke route naar CRISPR-behandeling
Figuur | Mogelijke route naar CRISPR-behandeling
Een denkbeeldig stroomschema van de mogelijke rol van CRISPR-experts in medische centra bij de implementatie van CRISPR-Cas-techniek en genetische therapie in de klinische praktijk. Voor de informatieverstrekking aan patiënt en behandelaar is de ‘CRISPR expert clinic’ van het Amsterdam UMC als voorbeeld genomen. De rol van medische centra in bijvoorbeeld het opzetten van klinische trials en daadwerkelijke behandelingen met CRISPR-Cas dient verder te worden onderzocht.

Conclusie

De vraag óf de Nobelprijs-winnende CRISPR-Cas-technologie succesvolle toepassingen kent in de humane genetica is sneller dan verwacht beantwoord met een heel duidelijk ‘ja’. De voorliggende kwestie is nu: hoe kunnen we patiënten genetische zorg gaan bieden? ‘Wanneer komt behandeling met CRISPR-Cas voor mij en mijn familie in beeld?’ Het beantwoorden van die vraag bij onze patiënt met de ziekte van Kennedy wordt wellicht nog ingewikkelder dan het doorgronden van de mechanismen van CRISPR-Cas. Voor de afdelingen Humane Genetica en de daarmee samenwerkende specialisten is het de uitdaging om de mogelijkheden van CRISPR-Cas daadwerkelijk uit te werken en beschikbaar te maken voor de juiste patiënten. De dialoog met de patiënt en investeringen in klinische CRISPR-expertise zijn hierbij cruciale eerste stappen.

Literatuur
  1. Watson JD, Crick FHC. Molecular structure of nucleic acids; a structure for deoxyribose nucleic acid. Nature. 1953;171(4356):737-738. doi:10.1038/171737a0. Medline
  2. Nurk S, Koren S, Rhie A, et al. The complete sequence of a human genome. Science. 2022 Apr;376(6588):44-53. doi:10.1126/science.abj6987Medline
  3. Jiang F, Doudna JA. CRISPR–Cas9 structures and mechanisms. Annu Rev Biophys. 2017;46(1):505-529. doi:10.1146/annurev-biophys-062215-010822. Medline
  4. Longhurst HJ, Lindsay K, Petersen RS, et al. CRISPR-Cas9 In Vivo Gene Editing of KLKB1 for Hereditary Angioedema. N Engl J Med. 2024;390(5):432-441. doi:10.1056/NEJMoa2309149. Medline
  5. Finsterer J. Bulbar and spinal muscular atrophy (Kennedy’s disease): a review. Eur J Neurol. 2009;16(5):556-561. doi:10.1111/j.1468-1331.2009.02591.x. Medline
  6. Van De Vrugt HJ, Cornel MC, Wolthuis RMF. CRISPR/Cas: techniek om DNA-fouten te repareren. Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2461.
  7. Wolthuis RMF, van de Vrugt HJ, Cornel MC. Genetische reparatie met CRISPR in de kliniek. Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5955.
  8. Frangoul H, Altshuler D, Cappellini MD, et al. CRISPR-Cas9 gene editing for sickle cell disease and β-thalassemia. N Engl J Med. 2021;384(3):252-260. doi:10.1056/NEJMoa2031054. Medline
  9. Pierce EA, Aleman TS, Jayasundera KT, et al. Gene Editing for CEP290-Associated Retinal Degeneration. N Engl J Med. 2024;390(21):1972-1984. doi:10.1056/NEJMoa2309915. Medline
  10. Wang D, Zhang F, Gao G. CRISPR-based therapeutic genome editing: strategies and in vivo delivery by AAV vectors. Cell. 2020;181(1):136-150. doi:10.1016/j.cell.2020.03.023. Medline
  11. Finn JD, Smith AR, Patel MC, et al. A single administration of CRISPR/Cas9 lipid nanoparticles achieves robust and persistent in vivo genome editing. Cell Rep. 2018;22(9):2227-2235. doi:10.1016/j.celrep.2018.02.014. Medline
  12. Van Baalen S, Gouman J, Houtman D, Vijlbrief B, Riedijk S, Verhoef P. The DNA-dialogue: a broad societal dialogue about human germline genome editing in the Netherlands. CRISPR J. 2021;4(4):616-625. doi:10.1089/crispr.2021.0057. Medline
  13. Normile, D. CRISPR bombshell: Chinese researcher claims to have created gene-edited twins. Science. 26 november 2018. doi:10.1126/science.aaw1839.
  14. Wilson RC, Carroll D. The daunting economics of therapeutic genome editing. CRISPR J. 2019;2(5):280-284. doi:10.1089/crispr.2019.0052. Medline
  15. Van Dijk EL, Auger H, Jaszczyszyn Y, Thermes C. Ten years of next-generation sequencing technology. Trends Genet. 2014;30(9):418-426. doi:10.1016/j.tig.2014.07.001. Medline
  16. Frith KH. CRISPR-Cas: What Is It and Why Should Nurses Care? Nurs Educ Perspect. 2020;41(2):136-137. doi:10.1097/01.NEP.0000000000000644. Medline
  17. Nguengang Wakap S, Lambert DM, Olry A, et al. Estimating cumulative point prevalence of rare diseases: analysis of the Orphanet database. Eur J Hum Genet. 2020;28(2):165-173. doi:10.1038/s41431-019-0508-0. Medline
Auteursinformatie

Amsterdam UMC, Amsterdam. Afd. Humane Genetica, sectie Klinische Genentica en Emma Center for Personalized Medicine: dr. P.R. Jansen en dr. M. van Haelst, klinisch genetici (tevens: afd. Algemene Pediatrie). Cancer Center Amsterdam, afd. Humane Genetica, sectie Oncogenetica en CRISPR Expertise Centrum, Amsterdam: dr. R.M.F. Wolthuis, moleculair bioloog.

Contact R.M.F. Wolthuis (r.wolthuis@amsterdamumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Dr. Rodrigo Leite d’Oliveira, manager van het Amsterdam UMC CRISPR Center, is betrokken bij de CRISPR expert clinic en gaf commentaar op dit manuscript. Het onderzoek naar CRISPR-toepassingen in Amsterdam UMC wordt mede gefinancierd door de Stichting CCA, de Stichting ADORE, het Emma Center for Personalised Medicine en de afdeling Humane Genetica.

Auteur Belangenverstrengeling
Philip R. Jansen ICMJE-formulier
Mieke van Haelst ICMJE-formulier
Rob M.F. Wolthuis ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Public Health
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties