Dat de taal een autonomie bezit die soms buiten het bereik van de schrijver ligt, leidt tot menige verrassing: het komt voor dat er iets op papier staat dat de schrijver niet heeft bedoeld. Vanzelfsprekend was hij zich dat tijdens het schrijven niet bewust, maar bij confrontatie moet hij toegeven dat zijn formulering niet deugt. Meestal is dan die formulering dubbelzinnig en stond de schrijver slechts de ene ‘zin’ voor ogen, terwijl de lezer nu juist de andere ziet staan. Een standaardtype is: ‘Vanwege een hartziekte werd de patiënt niet geopereerd.’ Deze zin laat twee tegengestelde interpretaties toe.
1. De patiënt werd niet geopereerd, want hij had een hartziekte.
2. De patiënt werd geopereerd, maar niet vanwege zijn hartziekte. Een simpele herschikking kan één dubbelzinnigheid wegnemen: ‘Niet wegens een hartziekte werd de patiënt geopereerd.’ De hieraan tegengestelde interpretatie valt met louter herschikking niet radicaal op te heffen, maar moet door…
Reacties