Samenvatting
Doel
Het opsporen van eventuele verschillen tussen mannen en vrouwen in de behandeling met trombolyse na een acuut hartinfarct.
Opzet
Retrospectief statusonderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Nijmegen.
Methode
Van alle patiënten met de ontslagdiagnose ‘hartinfarct’ in de periode juli 1992-december 1993 werden de gegevens beoordeeld, waarbij mannen en vrouwen met elkaar werden vergeleken.
Resultaten
Er waren 181 patiënten met een hartinfarct: 53 vrouwen (29) en 128 mannen (71). Op het moment dat de diagnose gesteld werd, waren vrouwen gemiddeld 9 jaar ouder dan mannen. Van deze patiënten werden 24 vrouwen (45) en 66 mannen (52) met een thrombolyticum behandeld. De belangrijkste reden om geen thrombolyticum te geven was voor mannen en vrouwen in 30 van de gevallen het overschrijden van de tijdslimiet van 6 h na de eerste klachten. Daarnaast werd vanwege contra-indicaties bij 23 van de vrouwen en 17 van de mannen van trombolyse afgezien. Bij vrouwen was vooral een ‘niet-conclusief’ ECG reden om geen trombolyse te geven. Er was verschil tussen het aantal vrouwen en mannen dat complicaties kreeg na trombolyse (25 versus 8); het ging bij vrouwen vooral om bloedingen. Een kwart van de vrouwen tegenover 15 van de mannen overleed in het ziekenhuis.
Conclusie
Vrouwen met een hartinfarct werden vrijwel even vaak met trombolyse behandeld als mannen. De contra-indicaties voor trombolyse waren per geslacht verschillend, evenals de complicaties na trombolyse.
Reacties