Geen plaats voor orale antistollingsbehandeling (streef-INR: 2,0-3,0) na een 'transient ischaemic attack' of een herseninfarct van arteriële oorsprong; de 'European/Australasian stroke prevention in reversible ischaemia trial' (ESPRIT)

Onderzoek
E.L.L.M. De Schryver
P.H.A. Halkes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:445-53
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of bij patiënten die een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) of een niet-invaliderend herseninfarct van arteriële oorsprong hebben doorgemaakt, orale antistollingstherapie met een streefwaarde van de ‘international normalized ratio’ (INR) van 2,0-3,0 een betere secundaire preventie van een vasculair incident geeft dan behandeling met acetylsalicylzuur: de ‘European/Australasian stroke prevention in reversible ischaemia trial’ (ESPRIT).

Opzet

Internationale, multicentrische, gerandomiseerde klinische trial.

Methode

Patiënten werden binnen 6 maanden na een TIA of niet-invaliderend herseninfarct van arteriële oorsprong gerandomiseerd tussen behandeling met orale anticoagulantia (INR: 2,0-3,0; n = 536) of met acetylsalicylzuur 30-325 mg/dag (n = 532). De primaire uitkomstmaat was: vasculaire sterfte, niet-fatale beroerte, niet-fataal myocardinfarct of ernstige bloeding. In een post-hocanalyse werd orale antistollingstherapie vergeleken met de combinatiebehandeling met acetylsalicylzuur plus dipyridamol (200 mg 2 dd): de derde arm van de ESPRIT-studie. Bij de behandeling werd geen blindering toegepast, bij de beoordeling van de uitkomsten wel. De analysen werden volgens het ‘intention to treat’-principe verricht.

Resultaten

Het onderzoek naar de effectiviteit van orale anticoagulantia in vergelijking met acetylsalicylzuur werd voortijdig afgebroken, omdat in een eerder deel van de ESPRIT-studie was aangetoond dat de combinatietherapie met acetylsalicylzuur plus dipyridamol effectiever was dan behandeling met alleen acetylsalicylzuur. De gemiddelde follow-upduur was 4,6 jaar (SD: 2,2). De gemiddelde INR was 2,57 (SD: 0,86; bijna 70 van de tijd binnen de streefwaarde). De primaire uitkomstmaat werd bereikt door 99 van de patiënten uit de antistollingsgroep (19) en door 98 patiënten uit de acetylsalicylzuurgroep (18); de hazardratio was 1,02 (95-BI: 0,77-1,35). De hazardratio voor ischemische complicaties was 0,73 (95-BI: 0,52-1,01) en voor ernstige bloedingen 2,56 (95-BI: 1,48-4,43). De hazardratio voor de primaire uitkomstmaat van orale antistollingstherapie vergeleken met de combinatiebehandeling met acetylsalicylzuur en dipyridamol was 1,31 (95-BI: 0,98-1,75).

Conclusie

Orale antistollingstherapie met een INR-streefwaarde van 2,0-3,0 beschermde patiënten met een TIA of niet-invaliderend herseninfarct van arteriële oorsprong niet beter tegen toekomstige vasculaire complicaties dan monotherapie met acetylsalicylzuur.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:445-53

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Trialbureau Neurologie, Huispost H.02.128, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Mw.dr.E.L.L.M.De Schryver, neuroloog (thans: Rijnland Ziekenhuis, afd. Neurologie, Leiderdorp); mw.P.H.A.Halkes, arts in opleiding tot neuroloog.

Contact hr.prof.dr.A.Algra, klinisch epidemioloog (a.algra@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Namens de studiegroep van de 'European/Australasian stroke prevention in reversible ischaemia trial' (ESPRIT), waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties