Geen meerwaarde van bepaling lactaatplasmaconcentratie bij de beoordeling van een patiënt met een acute buik

Onderzoek
A.C. Vahl
N.J.M. Out
B.A.E. Kapteijn
A.R. Koomen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:901-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vaststellen van de diagnostische waarde van laboratoriumbepalingen, in het bijzonder de lactaatplasmaconcentratie, bij patiënten met een acute buik ten behoeve van het stellen van een acute operatie-indicatie.

Opzet

Transversaal.

Plaats

Kennemer Gasthuis, locatie Elisabeth Gasthuis, Haarlem.

Methode

Gedurende juni 1993-december 1994 (19 maanden) werden alle 200 opeenvolgende patiënten die met een acute buik op de eerstehulpafdeling werden gepresenteerd, geïncludeerd. Geëxcludeerd werden patiënten met vermoeden van een appendicitis acuta. De diagnose en eventuele operatie-indicatie werden vastgesteld aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek, eventueel radiologisch onderzoek en standaardlaboratoriumonderzoek: bezinking, leukocytengetal, hemoglobine, creatinine en amylase. Eerst werd bepaald hoe de indicatie voor een acute operatie op basis van deze klinische criteria overeenkwam met de ontslagdiagnose. Vervolgens werd onderzocht wat de meerwaarde zou zijn van de lactaatplasmaconcentratie, die wel was bepaald, maar niet bekendgemaakt aan de clinicus. Statistische analyse werd verricht door middel van de t-toets voor 2 steekproeven en de χ2-toets. Een p-waarde van < 0,05 werd als statistisch significant beschouwd.

Resultaten

Er werden 54 patiënten terecht binnen 24 h geopereerd, 6 ten onrechte niet binnen 24 h, 128 werden terecht conservatief behandeld en 12 terecht conservatief behandeld en vervolgens na meer dan 24 h geopereerd. De diagnostiek op basis van klinische criteria had een sensitiviteit van 90. De gemiddelde lactaatplasmaconcentratie, temperatuur en bezinking waren bij de geopereerde patiënten statistisch significant vaker verhoogd dan bij de conservatief behandelde. De sensitiviteit van deze bepalingen was 75, 67 en 40 (alle p < 0,05). De lactaatconcentratie was verhoogd bij de helft van de patiënten die achteraf ten onrechte niet acuut waren geopereerd.

Conclusie

Zowel de bepaling van de lactaatplasmaconcentratie als de uitkomsten van de afzonderlijke standaardlaboratoriumonderzoeken bij patiënten met een acute buik leverde geen betere sensitiviteit op voor het stellen van een acute operatie-indicatie dan het klinisch onderzoek gecombineerd met standaardlaboratoriumonderzoek en eventueel aanvullend radiologisch onderzoek.

Auteursinformatie

Kennemer Gasthuis, locatie Elisabeth Gasthuis, afd. Chirurgie, Haarlem.

Dr.A.C.Vahl (thans: Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, afd. Heelkunde, Postbus 95.500, 1090 HM Amsterdam), dr.N.J.M.Out en dr.A.R. Koomen, chirurgen.

Mw.B.A.E.Kapteijn, assistent-geneeskundige.

Contact dr.A.C.Vahl

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties