Samenvatting
Achtergrond
Wanneer tijdens controle van een hormoonspiraal (‘intra-uterine device’, IUD) geen draadjes zichtbaar zijn en echografisch geen IUD in het cavum uteri wordt gevonden, wordt vaak aangenomen dat expulsie heeft plaatsgevonden. Als de patiënte buikpijn heeft, wordt aangeraden verder onderzoek te doen. Deze casus laat zien dat dit beleid niet allesomvattend is.
Casus
Een maand na plaatsing van een IUD kreeg een 32-jarige patiënte, gravida 2 para 2, buikpijn. De draadjes van het IUD waren niet zichtbaar in speculo en echografisch zagen we een leeg cavum uteri. In de jaren erna nam de buikpijn af, maar hield patiënte atypische klachten die psychosociaal werden geduid. Na 2 jaar kwam ze met opnieuw ontstane buikklachten. We verwezen patiënte naar de gynaecoloog. Op de buikoverzichtsfoto was het IUD zichtbaar en dit werd laparascopisch verwijderd.
Conclusie
Als bij controle van een IUD geen draadjes zichtbaar zijn, dient een uterusperforatie te worden overwogen. Een buikoverzichtsfoto kan dan laagdrempelig worden vervaardigd; dit is een relatief weinig belastend en goedkoop onderzoek.
Reacties