‘Sluit je ogen. Adem in, en uit. Word je bewust van je ademhaling. De lucht stroomt in, en uit. Het gaat vanzelf.’ De woorden van Roos, mijn lerares tijdens een proefles yoga. Het is woensdagavond, buiten is het koud en nat. Ik bevind me in een klein zaaltje. Kaarsjes aan, kleedjes op de grond en iedereen in kleermakerszit. Doodse stilte, de klok tikt. Je kunt een speld horen vallen. Terwijl ik zou moeten ontspannen, kan ik alleen maar denken aan de processen die nodig zijn om te kunnen ademhalen. Hoe kan ze nou suggereren dat dat vanzelf gaat? Zuurstofspanning, baroreceptoren…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:B1030
Reacties