Samenvatting
– Bij doping, verboden geneesmiddelengebruik in de sport, gaat men ervanuit dat de middelen prestatiebevorderend (ergogeen) werken, hetgeen niet altijd het geval is.
– Amfetaminen blijken vooral bij korte, explosieve inspanningen een prestatiebevorderend effect te hebben. Bij duurprestaties als wielrennen is er bij een hoge intensiteit juist een prestatieverminderend effect.
– Coffeïne blijkt in doseringen van 3-6 mgkg een ergogeen effect op duurprestaties te hebben. De dopingreglementen staan echter een geringe hoeveelheid coffeïne toe.
– Androgene en anabole steroïden hebben een toename van spiervolume en -kracht tot gevolg. Bij vrouwen lijken lage doseringen in vrijwel alle sporttakken ergogeen te zijn.
– β2-adrenerge agonisten lijken een positief effect te hebben op spierkracht en -volume. Het is niet bekend of duurprestaties beïnvloed worden.
– Ofschoon groeihormoon in de sport wordt gebruikt, laten humane onderzoeken ten opzichte van placebo geen verschil zien in spierkracht en -volume.
– Bloeddoping en toediening van erytropoëtine hebben een bewezen ergogeen effect op duurprestaties.
Reacties