artikel
Het had wel iets gezelligs. Een komen en gaan van tientallen huisartsen op een druilerige maartse zaterdag in het plaatselijke ziekenhuis. Allemaal voor de tweede coronaprik, waarna iedereen op gepaste onderlinge afstand een kwartiertje moest nablijven om erop te letten of een belendende collega niet onderuit zou gaan. In mijn ruim 25-jarig bestaan als huisarts had ik zo’n exercitie niet eerder meegemaakt. De vrije zaterdag was uitgekozen omdat vervelende bijwerkingen zich vooral zouden voordoen op die andere vrije weekenddag. Zo kon iedereen op maandag weer fris aan de slag.
Deze nobele constructie lijkt goed gewerkt te hebben: ik sprak alom collega’s die zich die zondag echt beroerd hadden gevoeld. De Utrechtse enquête van Beijaert en Numans laat zien dat 14% zelfs 2 of 3 dagen niet had kunnen werken (D6075). Maar tussen ‘niet kunnen’ en ‘toch maar doen’ zit bij artsen meestal weinig ruimte. De meesten leggen de lat voor hun eigen ziekteverzuim waarschijnlijk redelijk hoog.
‘We moeten niet buigen voor de slinkse praktijken van farmaceuten’
En echt ziek waren we natuurlijk niet, hooguit erg gammel. Wat wél ziek maakt, zijn de praktijken van farmaceutische bedrijven die oude middelen als weesgeneesmiddel laten registreren, waarna ze de prijs met een factor 500 verhogen (D6263). Woekerwinsten door machtsmisbruik, waarvoor de Autoriteit Consument & Markt de farmaceut inmiddels een boete heeft opgelegd (NRC, 20 juli). Hulde dan ook aan de initiatiefnemers van ‘Medicijn voor de Maatschappij’, die niet buigen voor die slinkse praktijken en proberen deze middelen beter beschikbaar te krijgen.
Al jaren is een breed gevoerd debat gaande over de prijs van geneesmiddelen, met steeds de spanning tussen de baten voor – meestal relatief weinig – patiënten en het grote maatschappelijke kostenbeslag. Die discussie is heel lastig, omdat transparantie over werkelijke ontwikkelings- en productiekosten – en soms ook de baten, die vaak moeten worden gedestilleerd uit zeer beperkte wetenschappelijke data – ontbreekt. Daarom is het goed om na te denken over passende methoden om een redelijke prijs van een geneesmiddel te bepalen (D6334). Want extreem hoge prijzen ondermijnen niet alleen de solidariteit van gezonden met zieken, maar vormen ook een bedreiging voor de houdbaarheid van onze gezondheidszorg.
Reacties