Samenvatting
- Het meten van spierkracht dan wel het vaststellen van verlammingsverschijnselen geschiedt vooreerst door de patiënt handelingen of bewegingen te laten uitvoeren waarvoor een normale spierkracht vereist is.
- Voor het meten of graderen van de kracht van aparte spiergroepen maakt men meestal gebruik van de zogenaamde ‘Medical research council’(MRC)-schaal, die loopt van 0 tot 5, met de beweging tegen de zwaartekracht in als belangrijk criterium. Deze schaal is weinig valide in het traject 4 (een kracht die groter is dan de kracht om de zwaartekracht te overwinnen, maar subnormaal).
- Met behulp van een handdynamometer of een gefixeerde dynamometer kan op redelijk betrouwbare wijze de kracht van de meeste klinisch belangrijke spiergroepen van de extremiteiten worden gemeten en vergeleken met waarden die bij een normale populatie worden gevonden.
- Bij het volgen van de individuele patiënt met een neuromusculaire aandoening is de krachtmeting met de dynamometer betrouwbaarder dan de gradering volgens de MRC-schaal.
Reacties