Samenvatting
- Met de komst van het non-invasieve duplexonderzoek is de diagnostiek van het veneuze systeem sterk verbeterd. Sommige auteurs passen het duplexonderzoek routinematig toe bij iedere varicespatiënt. Dit brengt aanzienlijke kosten met zich mee en betekent een grote belasting voor radiodiagnosten en logistiek.
- Gezien de geringe verschillen in betrouwbaarheid vergeleken met flebografie is duplexonderzoek in de huidige praktijk de gouden standaard voor het onderzoek van de patiënt met varices.
- Onlangs is het goedkopere en eenvoudigere doppleronderzoek vergeleken met duplexonderzoek.
- Bij patiënten met primaire, nog nooit geopereerde varices toont doppleronderzoek meer dan 90 van de insufficiënte Vv. saphenae magnae betrouwbaar aan, maar het mist tot eenderde van de insufficiënte Vv. saphenae parvae (VSP's) en het kan de variabele safenopopliteale overgang niet betrouwbaar lokaliseren.
- Aangezien de prevalentie van VSP-insufficiëntie slechts 15-33 is, kan met doppleronderzoek bij de ruime meerderheid van de patiënten de juiste diagnose worden gesteld. Bij recidiefvarices zijn de sensitiviteit, specificiteit en negatief voorspellende waarde van doppleronderzoek gering.
- Duplexonderzoek lijkt in de praktijk alleen geïndiceerd bij vermoeden van VSP-insufficiëntie, recidiefvarices, tekenen van chronische veneuze insufficiëntie en bij onduidelijke bevindingen bij lichamelijk onderzoek en doppleronderzoek, zoals vaak bij patiënten met adipeuze benen.
Reacties