Vergadering gehouden op 28 november 1985 te Amsterdam
C.J.G.Bakker (Utrecht), Contrast en contrastoptimalisering bij nucleaire magnetische resonantie
Het contrast in een met nucleaire magnetische resonantie (NMR) verkregen afbeelding wordt bepaald door:
– het in het object aanwezige, zg. intrinsieke, contrast;
– de contrastoverdracht in het beeldvormende systeem, in casu de NMR-scanner;
– de wijze waarop de digitale beeldinformatie wordt gerepresenteerd;
– de beoordeling door de waarnemer (subjectief contrast). De determinanten van het beeldcontrast werden kort besproken. Vervolgens werd uitgebreider ingegaan op het tweede aspect: de contrastoverdracht in een NMR-scanner. Deze hangt o.a. af van de toegepaste excitatie- en detectietechnieken, alsmede…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:1338-43
Vakgebied
Reacties