Patiënten met gemetastaseerde prostaatkanker leven gemiddeld langer dan voorheen dankzij de uitbreiding van de therapeutische mogelijkheden. Hierdoor zullen steeds meer mannen langdurig met antihormonale therapie – androgeendeprivatie-therapie (ADT) – behandeld worden. Als bijwerking van deze therapie treedt op den duur een relevante afname van de botdichtheid op. Hierdoor neemt bij de ouder wordende patiënt het risico op fracturen onevenredig toe. In dit artikel gaan we in op de vraag hoe de zorg voor deze patiënten onder urologen in Nederland is georganiseerd.
In Nederland waren er in 2018 ongeveer 12.500 nieuwe patiënten met prostaatkanker. Het TNM-stadium, de Gleason-score, de klinische conditie en de wensen van de patiënt bepalen wat de optimale behandeling is. Voor patiënten met gemetastaseerde prostaatkanker is ADT in de vorm van dubbelzijdige orchidectomie of chemische castratie het fundament van een veelal jarenlange behandeling. ADT kan gecombineerd worden met bijvoorbeeld docetaxel of abirateron waardoor de kans op overleving verder toeneemt.1 Als er bij een patiënt progressie van ziekte is ondanks ADT dan spreekt men van castratie-resistente prostaatkanker. Bij die patiënten is een combinatie van ADT met aanvullende medicatie de aangewezen behandeling. Door alle verbeterde vervolgbehandelingen voor patiënten met gemetastaseerde prostaatkanker neemt de overleving toe en ook de blootstelling aan castratie. Hoe langer patiënten hieraan worden blootgesteld, des te groter het risico op osteoporose en fracturen.2,3 Ondanks het bekende negatieve effect van castratie op de botkwaliteit is er nog…
Reacties