Samenvatting
Naar aanleiding van de grote frequentie van neonatale hypoglykemie in het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven (bij 8,3 van alle pasgeborenen) werden bij 18 opeenvolgende neonati met een vergrote kans op een hypoglykemie de effecten onderzocht van verschillende manieren waarop het bloed bewaard werd voordat meting plaatsvond. Indien bloed 1 h bij kamertemperatuur bewaard werd in microtestbuisjes die gecoat waren met natriumfluoride (NaF), daalde de gemeten plasmaglucoseconcentratie met 7 tot 36 van de uitgangswaarde. Het bewaren op smeltend ijs gedurende 1 h kon deze daling geheel voorkomen. Voor de bepaling van bloedsuikerwaarden Wordt in het genoemde ziekenhuis bloed afgenomen in met NaF gecoate microtestbuisjes. Deze buisjes bleken wisselende hoeveelheden NaF te bevatten, variërend van 0,85 tot 2,65 mg per ml bloed.
In een 2e experiment met 8 monsters navelstrengbloed uit verschillende placenta's werd aangetoond dat 16 mg NaF per ml bloed nodig was om de glycolyse te remmen en een daling van de plasmaglucoseconcentratie te voorkomen.
Sinds het moment dat in het Catharina Ziekenhuis bij alle neonatale bloedmonsters de glucoseconcentratie binnen 10 min na afnemen wordt gemeten, is de frequentie van hypoglykemie bij neonati met een vergrote kans op hypoglykemie gedaald van 18,7 naar 10,1.
Reacties