artikel
Afgelopen woensdag stond u in het stemhokje wellicht te dubben waar uw potlood nu zou landen. Ongetwijfeld hebben plannen van de partijen over gezondheidszorg iets te maken met het stemgedrag van artsen. Maar heeft u gelet op het standpunt van de partijen over preventie? Het ging over de eigen bijdrage voor de huisarts, bonussen van zorgbobo’s, inkomsten van artsen, wel of niet huishoudelijke hulp, de omvang van het basispakket, wel of niet samenwerkende ziekenhuizen en zelfs de onvermijdelijke rollator kwam af en toe even voorbij. In sommige partijprogramma’s stond dat er aan preventie moet worden gedaan, maar nergens hoorde ik hóe dan. Veel gezondheidszorgproblemen zijn maatschappelijke problemen: obesitas is vooral een planologisch probleem. Als moeders in mijn wijk hun kinderen met de auto 200 meter naar school brengen, kan ik van mijn beroepsgroep nog zo veel aandacht aan de vetrolletjes van hun kroost moeten besteden, helpen gaat dat niet. En roken natuurlijk, ook dat is een maatschappelijk probleem. Onze vorige, en misschien toekomstige, minister vond roken en leefstijl toch vooral een individuele keuze en dus verdwenen antirookmatregelen uit het basispakket. De banden van de overheid – van ons allemaal dus – met de tabaksindustrie zijn sterk en de inkomsten voor de schatkist groot: de rokers betalen jaarlijks 2,3 miljard aan accijnzen, de overheid besteedt elk jaar 16 miljoen aan antirookbeleid. En toch, toch verandert er wat. In Amsterdam rookte in 1987 nog bijna 50% van de inwoners nu nog 25%. Steeds minder jongeren roken en ze beginnen later. Honderd jaar geleden gingen hun voorvaderen roken. Dus zo’n lang traditie is het nu ook weer niet, dat die nu met hand en tand verdedigd zou moeten worden. Levensgewoonten zijn cultuur- en tijdgebonden. Doordat opvattingen veranderen, verandert gedrag. Toenemende kennis over de schade van roken en alcohol motiveert ouders hun kinderen net iets strakker op te voeden en zelf toch te stoppen (zie ook de artikelen in dit nummer, A4773 en A3887). Als we beter zouden begrijpen hoe een dergelijk cultureel proces werkt, zouden we daar meer aan hebben voor de volksgezondheid dan aan de ontdekking van weer een nieuwe risicofactor voor hart-vaatziekten of een subtypering van een carcinoom. Raar dat de publieke gezondheidzorg niet veel belangrijker is dan de curatieve. Geen geld voor? Geld is er zat als we de onverklaarbare regionale praktijkverschillen en het dure stukloon van huisartsen en specialisten aanpakken. Kwestie van durf. Daar moet de nieuwe minister straks maar eens wat aan gaan doen. En dan vooral ook over de grens van het eigen ministerie heen kijken, alstublieft.
Reacties