Vijfentwintig jaar geleden waren de Nederlandse cardiologen in grote meerderheid van mening dat het geen zin had extra geld te werven voor de bestrijding van hart- en vaatziekten. ‘De mensen moeten toch ergens aan doodgaan, waar begin je aan’, was de reactie die directeur Kierkels van de Hersenstichting – vroeger werkzaam bij de Hartstichting – het meest te horen kreeg van de destijds werkzame cardiologen. Waarmee hij maar zeggen wil dat men ook voor de bestrijding van minder ‘telegenieke’ aandoeningen (ziekten die minder geschikt zijn als onderwerp van een televisie-uitzending), zoals die van de hersenen, met gestaag doorwerken de sympathie en het geld van het grote publiek kan verkrijgen. Dat er voor hersenziekten minder belangstelling bestaat, is inmiddels wel duidelijk voor de direct betrokken ‘afhankelijke’ onderzoekers. Directeur Swaab van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) verklaart de aarzeling bij geldschieters uit de gecompliceerdheid…
Financiering van gezondheidsonderzoek. Minder 'telegenieke' ziekten en minder bekende fondsen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1787-9
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1787-9
Vakgebied
Reacties