Samenvatting
Doel
Evalueren van de overgang van de behandeling per laparotomie naar de laparoscopische behandeling van extra-uteriene graviditeit (EUG) in het Sophia Ziekenhuis te Zwolle.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Oorspronkelijk werden alle patiënten met EUG in het Sophia Ziekenhuis te Zwolle behandeld via laparotomie. Eind 1996 werd overgegaan op de intentie de EUG primair laparoscopisch te behandelen. In 2003 werden alle behandelingen van EUG geëvalueerd uit de periode 1995-2001. Naast statusonderzoek werden alle patiënten geënquêteerd over het verloop van de fertiliteit sinds de EUG. Alle patiënten konden worden getraceerd en de respons was 100.
Resultaten
In de studieperiode werden 97 patiënten geopereerd wegens EUG. De opnameduur was na laparoscopische behandeling significant korter dan na laparotomie. Complicaties kwamen in beide groepen weinig voor. Van de patiënten hadden er 78 (80) een verdere kinderwens. In de observatieperiode ontstonden 94 nieuwe zwangerschappen bij 61 patiënten. De kans op nieuwe zwangerschap was na behandeling per laparoscopie gelijk aan de kans na laparotomie. De fertiliteit na een tubasparende operatie was significant beter (p < 0,05) dan na salpingectomie.
Conclusies
Behandelen van een EUG per laparoscopie heeft voordelen voor de patiënt ten opzichte van behandeling per laparotomie: in onze gegevens bleek de latere fertiliteit hiervan geen nadeel te ondervinden. Tubasparende chirurgie ging samen met een grotere kans op latere zwangerschap dan salpingectomie.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:407-12
Reacties