Febris e causa ignota; het belang van 'krachtig' observeren

Klinische praktijk
S. van Veen
P.H.E.M. de Meijer
A.E. Meinders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1481-5

Dames en Heren,

Koorts is een van de meest frequente uitingen van ziekte. Doorgaans maken begeleidende klachten en verschijnselen duidelijk welke de achterliggende ziekte is. Herhaaldelijk wordt de arts echter geconfronteerd met patiënten bij wie, ondanks uitvoerige anamnese en uitgebreid lichamelijk onderzoek, geen oorzaak gevonden wordt. Dit probleem van onbegrepen koorts, febris e causa ignota, doet een beroep op alle (differentieel-)diagnostische en strategische vaardigheden van de arts.

Het begrip ‘febris e causa ignota’ werd door Petersdorf en Beeson in 1961 als volgt gedefinieerd: ‘de patiënt heeft gedurende 3 weken ten minste éénmaal daags een temperatuur boven 38,3°C, terwijl na 1 week opname in het ziekenhuis geen oorzaak kan worden aangetoond’.1 Tot op heden is deze definitie steeds in gebruik gebleven, hetgeen vergelijking tussen verschillende onderzoeken mogelijk maakt.2

Sedert 1961 is het profiel van de groep patiënten met febris e.c.i. echter ingrijpend gewijzigd. Enerzijds hebben nieuwe diagnostische en therapeutische…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Mw.S.van Veen, internist (thans: afd. Nierziekten); dr.P.H.E.M.de Meijer en prof.dr.A.E.Meinders, internisten.

Contact mw.S.van Veen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties