Directe orale anticoagulantia verkleinen het risico op trombo-embolische complicaties, maar ze verhogen het bloedingsrisico. Het lijkt erop dat factor XI-remmers ons uit dit behandeldilemma kunnen redden.
Samenvatting
Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s) worden veelvuldig voorgeschreven bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren, veneuze trombose en longembolie en ook rondom grote orthopedische ingrepen, met als doel het risico op trombo-embolische complicaties te verkleinen. DOAC’s verhogen ook het bloedingsrisico en in de praktijk betekent dit soms een behandeldilemma bij oudere en kwetsbare groepen. Mogelijk biedt een nieuwe groep anticoagulantia in de toekomst uitkomst. Deze middelen grijpen aan op factor XI, een andere plek in de stollingsketen dan waarop de huidige DOAC’s aangrijpen (trombine of factor Xa). Factor XI speelt een belangrijke rol bij trombosevorming, maar slechts een beperkte rol bij hemostase. Het remmen hiervan zou dus enerzijds het risico op trombose verlagen, maar anderzijds beperkt effect hebben op het bloedingsrisico. In dit artikel bespreken we de bevindingen van klinische studies naar factor XI-remmers en schetsen we een toekomstperspectief, inclusief een voorstel voor het gebruik van consistente terminologie bij deze nieuwe klasse DOAC’s.
Reacties