Dames en Heren,
Binnen de psychologie wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en neurotische ontwikkelingsstoornissen. Bij neurotische problemen is een patiënt in staat het eigen en andermans gedrag te begrijpen op basis van mentale representaties, zoals gedachten, gevoelens, verlangens en opvattingen (‘ik eet soms te veel, omdat ik me eenzaam voel’). Een structurele ontwikkelingsstoornis kenmerkt zich door een tekort aan mentale representaties, waardoor gedrag uitsluitend kan worden verklaard op basis van fysieke of externe factoren (‘ik eet te veel, omdat ik honger heb’).1 Hoe ziet zo’n stoornis er in de praktijk uit?
In de DSM-5 krijgt het onderscheid tussen structurele en neurotische stoornissen meer ruimte. Dit onderscheid is belangrijk voor artsen om gedrag of ziektegedrag te kunnen begrijpen en patiënten effectief te kunnen handelen.2
We laten zien wat de symptomen zijn van een structurele stoornis aan de hand van een casus van een jonge patiënte met morbide obesitas die…
Reacties