Exotische muggensoorten worden steeds vaker en in steeds grotere aantallen in Nederland aangetroffen. Ze zijn in staat om virusziekten als dengue en westnijlkoorts over te brengen. Sommige van die ziekten kunnen ook door inheemse muggen worden overgebracht. Hoe zorgelijk is die ontwikkeling?
Samenvatting
Sinds 2005 worden steeds vaker en in steeds meer Nederlandse gemeenten exotische muggensoorten gerapporteerd, in toenemende aantallen. Het overheidsbeleid om die import te beperken is niet afdoende gebleken en heeft geresulteerd in de definitieve vestiging van de Aziatische bosmug in Flevoland, Urk en delen van Zuid-Limburg. De overheid schat het risico op besmetting met ziekten die door deze muggen worden overgedragen als ‘verwaarloosbaar klein’. Toch raakten in 2020 zeven mensen in Utrecht en Arnhem besmet met het westnijlvirus, overgedragen door inheemse muggen. Hoe zorgelijk zijn deze ontwikkelingen? Moet de Nederlandse arts alert zijn op mysterieuze koortsen die opduiken in de wachtkamer? We stellen dat alleen een grootschalige – en dus kostbare – aanpak kan voorkomen dat deze problematiek op den duur onbeheersbaar wordt. Beleid dient doeltreffend te zijn en streng te worden nageleefd. Uitroeiing van exotische muggen moet daarbij het doel zijn, en niet slechts de beheersing daarvan vanwege gelimiteerde financiële middelen.
Reacties