Samenvatting
Voor de aanbevelingen die in de consensustekst ‘melanoom van de huid’ werden gedaan met betrekking tot de verslaggeving door de patholoog-anatoom en de aard van de ingreep door de inzender werd nagegaan in hoeverre deze in de praktijk worden opgevolgd. Voor deze evaluatie werden 324 verslagen uit 1983 (1 jaar vóór de consensusbijeenkomst) vergeleken met 383 verslagen uit 1986 en 384 uit 1988. Het percentage partiële biopten van de primair door dermatologen behandelde melanomen nam in de periode van onderzoek duidelijk af (1983: 45, 1986: 39, 1988: 18). Terwijl in 1983 en 1986 nog door 11 dermatologen in een melanoom was gestanst, waarbij de diagnose melanoom door hen wel was overwogen, was dit in 1988 nog slechts bij 2 het geval.
Ook wat betreft de verslaglegging door de patholoog-anatoom was er duidelijk een verbetering ontstaan. De belangrijkste prognostische maatstaf, de Breslow-dikte, werd in de verslagen na de consensusbijeenkomst vaker genoemd dan daarvoor (1983: 83, 1986: 91, 1988: 97). Ook andere microscopische gegevens werden na de consensusbijeenkomst gedetailleerder weergegeven.
Reacties