In 2011 bestond ruim 20% van de Nederlandse bevolking uit allochtone groepen van verschillende etniciteit; personen van wie ten minste 1 ouder in het buitenland is geboren (bron: CBS). Immigranten verschillen in medisch opzicht van autochtonen. Zo kunnen behandelingen en prognoses van bepaalde aandoeningen anders zijn en hebben deze groepen niet altijd dezelfde toegang tot de gezondheidszorg. Ook referentiewaarden voor laboratoriumbepalingen kunnen verschillend zijn, en wat betreft de interpretatie hiervan is het belangrijk hier als arts rekening mee te houden. Bij het vaststellen van referentiewaarden van deze laboratoriumbepalingen zouden dan ook aparte waarden voor deze en andere subgroepen gemaakt moeten worden.1
Etnische verschillen in de laboratoriumpraktijk
Laboratoriumbepalingen In de ‘Atherosclerosis risk in communities’(ARIC)-studie werd aangetoond dat 3 verschillende markers voor glykemie – HbA1c-spiegels, fructosamine en geglyceerde albumine concentraties, en 1,5-anhydroglucitolconcentratie – bij gelijke nuchtere glucosewaarde hoger zijn bij Afro-Amerikanen dan bij mensen van het Kaukasische ras. De…
Reacties