Samenvatting
De etnische diversiteit in de medische praktijk neemt snel toe. In Nederland definiëren we etnische groepen primair op basis van hun geografische oorsprong, bijvoorbeeld inwoners van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse herkomst. Etnische groepen verschillen in de prevalentie van gezondheidsproblemen en in het gebruik van zorg. Die verschillen komen enerzijds voort uit kenmerken die deze groepen met zich meedragen, zoals genetica en cultuur, en anderzijds uit kenmerken die hun positie in de Nederlandse samenleving reflecteren, zoals sociaal-economische positie en discriminatie. Als we variatie in gezondheid en zorg volledig kunnen begrijpen uit die specifieke kenmerken, dan is de indeling van patiënten naar etnische herkomst in feite overbodig geworden. Maar zolang dat nog niet het geval is, vormt etnische herkomst een goede ingang om patiëntengroepen in te delen en zorg op af te stemmen.
Reacties