Als een kind veel te vroeg wordt geboren, komen ouders voor een behandelkeuze te staan. Betrouwbare informatie over de kansen van het kind is daarbij belangrijk. En daarom is er geen plaats voor etniciteit als prognostische factor, betogen de auteurs.
Samenvatting
Heel wat onderzoek suggereert dat etniciteit een rol speelt in de levenskansen na extreme vroeggeboorte. Maar de definities van deze etnische classificaties zijn onduidelijk. Vaak wordt zonder wetenschappelijke basis aangenomen dat er biologische verschillen bestaan tussen zogenaamd verschillende etniciteiten. Bovendien is er weinig transparantie; we weten meestal niet hoe onderzoekers de categorieën gebruiken en hoe ze bepalen wie tot welke categorie behoort. Dit leidt tot tegenstrijdige conclusies in de literatuur. Het doel van het bespreken en meenemen van prognostische factoren is om de besluitvorming bij extreme vroeggeboorte te verbeteren. Het meenemen van etniciteit draagt daar echter niet aan bij. Sterker nog, het kan schadelijk zijn voor ouders en kinderen. Dit artikel betoogt daarom dat het ethisch problematisch is om etniciteit als prognostische factor op te nemen in richtlijnen, gesprekken of besluitvorming bij extreme vroeggeboorte.
Reacties