Ervaringen met het amoebenabces van de lever in het Havenziekenhuis in de periode 1978-1986

Onderzoek
P.C. Stuiver
H.P. Krepel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1202-6
Abstract

Samenvatting

Van 1978 tot en met 1986 werden 41 patiënten met een amoebenabces van de lever behandeld, 39 patiënten genazen na medicamenteuze behandeling, bij 2 patiënten moest het abces worden gepuncteerd. De invoering van echografie en serologisch onderzoek heeft een snelle en betrouwbare diagnose van deze ernstige importziekte mogelijk gemaakt. Het klinische beeld was uitermate gevarieerd, vooral bij complicaties zoals perforatie en secundaire infectie. Aanknopingspunt voor de diagnose is het tropenverleden van de patiënt.

Bij een ongecompliceerd ziektebeloop was metronidazol (bij 12 patiënten) even werkzaam als emetine (bij 10 patiënten). Ter voorkoming van recidieven moet ook de oorsprong van het abces, de amoebiasis van de darm, worden behandeld. Metronidazol alleen is daartoe onvoldoende, daarom moet een tweede contactamoebicide worden gegeven. Punctie is noodzakelijk bij vermoeden van secundaire bacteriële infectie en dreigende perforatie.

Aangezien amoebiasis zich als colitis ulcerosa kan voordoen, bestaat reëel gevaar dat de patiënt wordt behandeld met corticosteroïden. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Een blijvend defect in de lever bij echografie is geen reden om aan te nemen dat het abces niet genezen is. De beste leidraad voor genezing is het normaal worden van de BSE.

Auteursinformatie

Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten, Haringvliet 2, 3011 TD Rotterdam.

Prof.dr.P.C.Stuiver, internist; H.P.Krepel, assistent-geneeskundige.

Contact prof.dr.P.C.Stuiver

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties